les 4: Gesteente wordt verplaatst (1.3)

Gesteente wordt verplaatst
Paragraaf 1.3
1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Gesteente wordt verplaatst
Paragraaf 1.3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
1. Herhaling 1.2 Gesteente verandert

2. Nieuwe uitleg:
  • Wat zijn massabewegingen?
  • Waardoor ontstaan grind, zand en klei?
  • Waaraan herken je een rivierdal en gletsjerdal?

3. Werken aan weektaak

4. LessonUp oefenvragen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het gesteente valt uit elkaar, terwijl dit gebeurt, verandert de samenstelling van het gesteente.
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Vorstverwering is een vorm van...
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waar vindt chemische verwering plaats?
A
Plantenwortels breken het gesteente
B
Bij grote dag/nacht temperatuurverschillen
C
Steen lost op in zurig water
D
Vorstverwering

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Het gesteente valt uiteen in kleinere stukjes. De samenstelling blijft precies hetzelfde.
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke klimaatkenmerken zorgen voor veel chemische verwering?
A
Warm en vochtig
B
Koud en vochtig
C
Warm en droog
D
Koud en droog

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gesteente wordt verplaatst
Paragraaf 1.3

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Massabewegingen

  • Het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

  • Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?

  • Zwaartekracht


Slide 11 - Slide

Massabewegingen= het naar beneden rollen, vallen of schuiven van verweerd materiaal.

Verweerd gesteente is door de loop van de tijd zwakker geworden. Je ziet op de foto goed dat al dat verweerde materiaal naar beneden is geschoven.

Welke kracht is verantwoordelijk voor het creëren van massabewegingen?




Puinhelling
Puinhelling
Puinhelling= bestaat uit afgebrokkeld gesteente.
De helling kan steil of flauw zijn.

Slide 12 - Slide

Al dat verweerde gesteente en puin wat van een berg naar beneden komt, stapelt zich in de loop van de tijd op en vormt een puinhelling.

[wijs puinhelling aan]

Een puinhelling is dus een helling die bestaat uit brokken steen, die van de berg zijn afgebrokkeld.

Je ziet op de foto een duidelijke grens waar de begroeiing ophoudt.

Bomen of stuiken die op de helling willen groeien worden bedolven onder de stukken steen.


Flauwe puinhelling
Steile puinhelling
Landschapsvorm die ontstaat door massabeweging

Slide 13 - Slide

Puinhelling kan flauw of stijl zijn.

Bij welke puinhelling zou het verweerde gesteente langzaam naar beneden schuiven?

Bij een steile helling kan het verweerde materiaal eerst vallen. Daarna gaat het rollen of schuiven als er al veel gesteente en puin op de helling ligt. De helling wordt dus flauwer.
Erosie
  • Het afslijten van gesteente

  • Bij erosie vindt transport plaats, waarbij gesteente wordt afgesleten

  • Water, wind of ijs

  • Bij verwering valt het gesteente uit elkaar, maar blijft het op zijn plek liggen

Slide 14 - Slide

Erosie is het afslijten van gesteente.

Gesteente wordt getransporteerd/ meegenomen waardoor het afslijt.

Dit kan door water, wind of ijs gebeuren.

Van gesteente naar grind
  • Verweerd gesteente komt in bovenloop van rivieren terecht

  • Gesteente botst tegen andere stenen en vallen uit elkaar

  • Door het snelstromende water ronden de scherpe hoeken gaandeweg af

  •  Steen is grind geworden

Slide 15 - Slide

Hoe slijt het verweerde gesteente af?

Als het van de berg komt heeft het gesteente rechthoekige vormen en scherpe punten.

Die stukken steen komen in de bovenloop van rivieren terecht. In het snelstromende water botst het tegen andere stenen aan en breekt het in kleinere stukjes.

Gaandeweg worden de scherpe hoeken en punten door het snelstromende water afgerond.

Het steen is nu grind geworden.
Water stroomt hier snel.
Hier vindt erosie plaats, er ontstaat een V-vorming dal
Grote stukken steen botsen met elkaar en breken. Er ontstaat grind.
De helling is hier iets minder steil waardoor het water wat langzamer is gaan stromen.
Grind is in nog kleinere stukjes gebroken, het is zand geworden.

Slide 16 - Drag question

Rivier snijdt zich in op het diepste punt.

De oevers storten op een gegeven moment in en er ontstaat naar miljoenen jaren een V-vormig rivierdal.

In de midden- en benedenloop stroomt het water niet hard genoeg en is het sediment niet grof genoeg om in te snijden.
Ontstaan zand en klei
Middenloop
  1. Rivier stroomt minder snel
  2. Grind breekt en wordt zand

Benedenloop
  1. Rivier stroomt traag
  2. Zand is nog fijner geworden
  3. Er ontstaat klei

Slide 17 - Slide

In de middenloop stroomt het water minder snel dan in de bovenloop, omdat er minder reliëf is.

Side note: Reliëf is verschil tussen toppen en dalen (par 1.2)

Het grind breekt in de middenloop in stukjes en wordt op den duur zand. Het zand wordt verder meegevoerd door de rivier.

In de benedenloop van de rivier stroomt het water traag. Er is weinig reliëf. Het water kan alleen nog fijn zand transporteren. Als dat fijne zand nog verder afschuurt, ontstaat er klei.

Klei korreltjes kun je niet meer zien met het blote oog.

Als je wilt weten of het klei of zand is, kun je dit trucje toepassen: stop een beetje in je mond. Als het tussen je tanden knarst, is het zand.

Slide 18 - Video

We weten nu dat erosie veel invloed heeft op het gesteente.

Nu gaan we kijken hoe gletsjers het landschap vormen.

Kijkvraag: waardoor gaat een gletsjer schuiven? En wat zijn de gevolgen daarvan?


Gletsjerdal
Waardoor gaat een gletsjer schuiven?

En wat zijn de gevolgen daarvan?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vorming gletsjerdal

  1. IJs van een gletsjer is zwaar
  2. Zwaartekracht zorgt dat de gletsjer gaat schuiven
  3. Erosie langs zijkanten en onderkant van de gletsjer
  4. Gletsjer neemt steen mee wat over de bodem schraapt 
  5. Er ontstaat een  U-vormigdal

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

U-vormigdal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

Naast gletsjers kunnen rivieren ook het landschap vormen.

Kijkvraag: wat gebeurt er met de wanden van de rivieroever?
Rivierdal
Wat gebeurt er met de wanden van de rivieroever?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vorming rivierdal

  1. In de bovenloop van de rivier stroomt het water snel
  2. Grind en stenen schuren over bodem van de rivier
  3. Rivier snijdt zich in de bodem
  4. Oeverwallen storten in en worden door het water afgevoerd
  5. Er ontstaat een V-vormig dal

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

V-vormigdal

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Werken aan weektaak
Paragraaf 1.3     1 t/m 8
Huiswerk controle paragraaf 1.1 en 1.2

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Lesafsluiting

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Wat zijn massabewegingen?
  • Waardoor ontstaan grind, zand en klei?
  • Waaraan herken je een rivierdal en gletsjerdal?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het begrip 'massabeweging'?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen erosie en verwering?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Wat is het?

En hoe is het ontstaan?
A
U-dal door erosie van gletsjer
B
U-dal door erosie van rivier
C
V-dal door erosie gletsjer
D
V-dal door erosie van rivier

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het?

En hoe is het ontstaan?
A
U-dal door erosie van gletsjer
B
U-dal door erosie van rivier
C
V-dal door erosie gletsjer
D
V-dal door erosie van rivier

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Je weet nu

  • Wat massabewegingen betekent
  • Waardoor grind, zand en klei ontstaan
  • Waaraan je een rivierdal en gletsjerdal kunt herkennen

Slide 33 - Slide

Hebben we de leerdoelen behaald?

We gaan het checken met een paar LessonUp oefenvragen.
Huiswerk voor volgend week
Paragraaf 1.3      1 t/m 8
Neem je oortjes mee!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions