Week 17

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • telefoon in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Ik kan een regelmatig werkwoord in de présent en in de passé composé gebruiken.
Ik kan een tekst over familie begrijpen.
Ik ken woorden die met familie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

présent
imparfait
passé composé
je donne
je donnais
j'ai donné

Slide 5 - Drag question

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)
Verbes réguliers -er
-e
-ent
-ons
-es
-ez
-e

Slide 6 - Drag question

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes                -ir        (grandir, rougir, réagir, finir)
Verbes réguliers -ir
-is
-issent
-issons
-is
-issez
-it

Slide 7 - Drag question

Je
Ils/elles
Vous
Nous
Il/elle/on
Tu
Verbes                -re        (vendre, descendre, attendre, entendre)
Verbes réguliers -re
-s
-ent
-ons
-
-ez
-s

Slide 8 - Drag question

avoir=hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 9 - Drag question

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir'  hebben
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft / we hebben
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben

Slide 10 - Drag question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' 
Grammaire 'Avoir'  --> hebben
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 11 - Drag question

Voltooid deelwoord van: descendre

Slide 12 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van grandir

Slide 13 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van 'jouer'?

Slide 14 - Open question

Wat is de stam van een regelmatig werkwoord als je de imparfait wilt gebruiken?
A
nous-vorm présent
B
hele werkwoord zonder er / ir / re
C
nous-vorm présent zonder -ons

Slide 15 - Quiz

Combineer de juiste imparfait uitgang bij het persoonlijk voornaamwoord.
Imparfait
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 16 - Drag question

wat zijn de uitgangen van de imparfait?
ais
ait
ions
iez
aient
e
es
ons
ez

Slide 17 - Drag question

Bron B
Lire

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide