14 maart beroepen en werkwoorden herhaling

Planning
Herhaling beroepen
Getallen joggen
Lezen en opdrachten
Werkwoorden
Diglin
Beroepenspel
Afsluiting

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Planning
Herhaling beroepen
Getallen joggen
Lezen en opdrachten
Werkwoorden
Diglin
Beroepenspel
Afsluiting

Slide 1 - Slide

Welke beroepen ken je?

Slide 2 - Mind map

Welk beroep?
A
de tuinman
B
de kapper
C
de stewardess
D
de makelaar

Slide 3 - Quiz

Wat verkoopt een makelaar?

Slide 4 - Open question

Wie is dit?
A
de vuilnisman
B
de tuinman
C
de groenteboer
D
de fotograaf

Slide 5 - Quiz

Ik werk met water en vuur.
Wie ben ik?
A
De bakker
B
De architect
C
De agent
D
De brandweerman

Slide 6 - Quiz

Ik verkoop vlees. Wie ben ik?

Slide 7 - Open question

Zoek een foto van een piloot.

Slide 8 - Open question

Wie ben ik?
A
De loodgieter
B
de vuilnisman
C
de tuinman
D
de advocaat

Slide 9 - Quiz

Ik verkoop brood. Wie ben ik?
A
De bakker
B
De groenteboer
C
De kaasboer
D
De slager

Slide 10 - Quiz

Ik knip haar met een schaar.
Wie ben ik?
A
De architect
B
de makelaar
C
de kapper
D
de kok

Slide 11 - Quiz

Wie ben ik?
A
de automonteur
B
de vuilnisman
C
de architect
D
de makelaar

Slide 12 - Quiz

Wie ben ik?
A
de stewardess
B
de steward
C
de piloot
D
de schoonmaker

Slide 13 - Quiz

schaar
roos
heggenschaar
kapper
haar
schoffel
tuinman
kam

Slide 14 - Drag question

loodgieter
kassa
groenteboer
Water
tang
winkel
douche
paprika

Slide 15 - Drag question

Lezen en opdrachten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Bal

Slide 18 - Slide

Drinken is het hele werkwoord.

Drink is de ik-vorm
  • ik     ik- vorm           drink
  • jij     ik-vorm + t      drinkt  ..
  • drink  jij/je
  • u     ik-vorm+t         drinkt
  • hij   ik-vorm+ t        drinkt
  • zij   ik-vorm+ t         drinkt
  • wij     hele werkwoord       drinken
  • jullie hele werkwoord       drinken
  • zij      hele werkwoord       drinken

Slide 19 - Slide

Jij (lopen) naar school.
A
lopen
B
loop
C
loopt

Slide 20 - Quiz

Jullie (pakken) je tas.
A
pakken
B
pak
C
pakt

Slide 21 - Quiz

Selma (eten) een appel.
A
eten
B
eet
C
et

Slide 22 - Quiz

Rachid en Tim (drinken) cola.

Slide 23 - Open question

Ik (wonen) in Dronten.

Slide 24 - Open question

Maak de opdrachten.
Ik (komen) naar de supermarkt. Ik kom naar de supermarkt.
1. Achmed (lopen) naar huis. 
2. Wij (drinken) koffie en water.
3. Ik (pakken) mijn koffer en ik (lopen) naar de bus.
4. Hoe laat (worden) jij wakker?
5. Jij (staan) bij de slager en jij (kopen) vlees.

Slide 25 - Slide

Maak een
zin met een
werkwoord.

Slide 26 - Slide

Welkom bij drama
Beeld een beroep uit.

Slide 27 - Slide

DIGLIN+

Slide 28 - Slide

Tot morgen
Welk beroep?

Slide 29 - Slide