toetsmateriaal

Wat zijn de theatrale middelen?

1. Spelgegevens, het theater, het licht
2. De vormgeving, het podium, de spelgegevens
3. Middelen die je nodig hebt om theater te maken
4. Spelgegevens, vormgeving, enscenering

00:00

Videovraag

Je ziet zo een filmpje van een verzekeringsmaatschappij.

Je krijgt hier 1 vraag over:

1) Wat is het motorisch moment in deze scène? Beschrijf wat er gebeurt.

00:47

Wat is het motorisch moment in deze scène? Beschrijf wat er gebeurt.

00:00

Videovraag

Je ziet hier een filmpje van een verzekeringsmaatschappij.

Hierover volgen 2 vragen.

1) Is de politieagent een typetje, persiflage of personage? (meerkeuze)

2) Wat is het motorisch moment van deze scène?

01:08

Is de politieagent een typetje, persiflage of personage?

1. typetje
2. persiflage
3. personage

01:08

Wat zijn de spelgegevens van deze scène? Leg ze allemaal uit.

toetsmateriaal

Wat is een goede beschrijving van de mise-en-scène in deze foto?

1. Er ligt een man vooraan op een bed, de andere man staat links achter hem, de vrouw staat rechts en richt haar pistool op de man links.
2. Er is een enorme ruzie gaande en de vrouw gaat de man links vermoorden.
3. De man vooraan op het bed voelt zich miserabel, de vrouw en man achter maken enorme ruzie, de vrouw dreigt met een pistool.
4. Dit is een liefdesdriehoek

Wat kan je zeggen over het stemgebruik van dit typetje.

1. Hij vertelt dat hij bedreigd wordt.
2. Hij klinkt heel boos en verdrietig.
3. Hij heeft een lage en schorre stem.
4. Hij heeft een gekke stem.