§1.3 Faseveranderingen + zuivere stoffen en mengsels

§1.3 - Fase veranderingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.3 - Fase veranderingen

Slide 1 - Slide

Neem de tabel over in je schrift en vul de ontbrekende gegevens in.

Slide 2 - Slide

Herhaling dichtheid 

Slide 3 - Slide

Vandaag
- Fasen en faseveranderingen
- Temperatuurschalen

Slide 4 - Slide

Leerdoelen §1.3 - Faseveranderingen  
- Je kunt opnoemen in welke drie fasen stoffen kunnen voorkomen.
- Je kunt schematisch de fasen en faseovergangen weergeven. 
- Je kunt opnoemen wat de zes faseovergangen zijn.
- Je kunt omrekenen tussen graden Celsius en kelvin.

Slide 5 - Slide

Elke stof kan in 3 fase voorkomen
Vast: (s)               (s komt van "solid")
Vloeibaar : (l)    (l komt van "liquid")
Gas: (g)                (g komt van "gaseous")


Dus ijs noteren we als volgt:          water (s)

Slide 6 - Slide

Faseveranderingen
Faseovergang weergeven:

bijv. SUBLIMEREN van water
Notatie: 
H2O (s) -> H2O (g)
Fasedriehoek
Je moet alle 6 faseovergangen uit je hoofd kennen

Slide 7 - Slide


Faseverandering 1 is:
A
verdampen
B
sublimeren
C
stollen
D
condenseren

Slide 8 - Quiz


Faseverandering 3 is
A
rijpen
B
smelten
C
verdampen
D
stollen

Slide 9 - Quiz

Celcius (oC) <-> Kelvin (K)
Formules voor omrekenen:
Kelvin  =  Celsius  +  273
Celsius  =  Kelvin  -  273

Slide 10 - Slide

Het kookpunt van ethanol is 78 graden Celsius, hoeveel kelvin is dit?
A
-193 K
B
351 K
C
-95 K
D
251 K

Slide 11 - Quiz

Het kookpunt van koper is 2843 K hoeveel graden Celsius is dat?
A
3116 graden Celsius
B
2670 graden Celsius
C
2570 graden Celsius
D
3016 graden Celsius

Slide 12 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 K
B
273 K
C
-273 K
D
0 graden Celcius

Slide 13 - Quiz

Wat is het koudste ?
A
10 graden celsius
B
273 kelvin
C
200 kelvin
D
-10 graden Celsius

Slide 14 - Quiz

1.3 zuivere stoffen en mengsels
Practicum

Slide 15 - Slide

Zuivere stof en mengsel
(herhaling) Zuivere stof: 
  • is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen
(herhaling) Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten moleculen door elkaar

Slide 16 - Slide

Hoe bepaal je of het een mengsel of zuivere stof is?


Laat de stof smelten, stollen of verdampen (koken)
  • als het een zuivere stof is: blijft de temperatuur hetzelfde bij de faseverandering
  • als het een mengsel is dan:  dan verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Slide 17 - Slide

Zuivere stof


bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Slide 18 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject
Traject

Slide 19 - Slide


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Sinaasappelsap
(zonder pulp)
A
A
B
B

Slide 20 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Koper
A
A
B
B

Slide 21 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Benzine
A
A
B
B

Slide 22 - Quiz


Welke stof wordt er hier verwarmd?
Bevroren slootwater
Bevroren gedestilleerd water
A
Bevroren slootwater
B
Bevroren gedestilleerd water

Slide 23 - Quiz