Soms staat er geen instructiewoord in de zin, maar een
vraagwoord: wie, wat, welke, waarom, waardoor, wanneer, hoe.
Je moet dan zelf een instructiewoord verzinnen voor de vraagstructuur.
Voorbeeld:
Vraag: Van welk principe wordt gebruik gemaakt bij een stille ringtone?
Vraagstructuur: Opschrijven + principe