Algemene schooltaalwoorden

Algemene schooltaalwoorden

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 25 slides, with text slides.

Items in this lesson

Algemene schooltaalwoorden

Slide 1 - Slide

Aan de weet komen
begrijpen, horen, kennis nemen van, ter ore komen, te weten komen, vernemen



'We trachten dit aan de weet te komen in ons komende interview.'

Slide 2 - Slide

Aannemen
geloven, onderstellen, opmaken, presumeren, stellen, supponeren, veronderstellen
'We kunnen dus aannemen dat dit dossier vertraging zal oplopen.'

Slide 3 - Slide

Aantreffen
aanlopen tegen, ontdekken, opdiepen, opduikelen, stuiten op, vinden
'Dat is de situatie die wij in deze landen aantreffen.'

Slide 4 - Slide

Benoemen
aanstellen, aanwijzen, designeren, instellen, nomineren, bestempelen, kwalificeren, noemen
'Wij benoemen de eerste vrouwelijke opperrechter in de geschiedenis.'

Slide 5 - Slide

Beredeneren
argumenteren, rationaliseren, toelichten, verklaren
'Ik kan het allemaal logisch beredeneren.'

Slide 6 - Slide

Bewering
standpunt, denkbeeld, mening, overtuiging, perspectief, uitgangspunt, stelling, visie, zienswijze
'Deze bewering wordt op geen enkele wijze onderbouwd of gerechtvaardigd.'

Slide 7 - Slide

Dienen/ dienen als/ dienen voor
behoren, moeten, bijdragen, geschikt zijn, helpen, nuttig zijn, functioneren, fungeren, werken

'De leerlingen dienen altijd te gehoorzamen aan hun docent.'
'De studeerkamer dient tijdelijk als logeerkamer'
'Alle organen en weefsels dienen voor microscopisch onderzoek te worden bewaard.'

Slide 8 - Slide

Dwars
scheef, schuin
'Een omgewaaide boom lag dwars over de straat.'
* Dat zit me dwars  = dat vind ik vervelend 

Slide 9 - Slide

Garanderen
beloven, borgstellen, garant staan, instaan voor, verzekeren, waarborgen
'Geen enkele regelgeving kan overigens 100 procent veiligheid garanderen.'

Slide 10 - Slide

Geheugen
herinnering, gedachtenis, memorie
'Ik heb een goed geheugen, ik vergeet bijna nooit iets.'

Slide 11 - Slide

Hanteren
benutten, gebruiken, toepassen, aanwenden, bezigen
'Hij hanteert de hamer als een echte timmerman.'

Slide 12 - Slide

In de loop van/ in de loop der
terwijl de tijd verstrijkt
'Vele arbeiders zijn in de loop der tijd aan deze gevaarlijke stof blootgesteld met alle rampzalige gevolgen van dien.'
'Dit besluit zal in de loop van volgend jaar door de Commissie worden genomen.'

Slide 13 - Slide

Minnetjes
zwak, onbeduidend, onbetekenend
'We moeten niet te minnetjes doen over onze kansen.'

Slide 14 - Slide

Omkeren
draaien, omdraaien, omslaan, omwenden, omzetten, veranderen
'Maar aan het eind kunnen we niet verder en moeten omkeren.'

Slide 15 - Slide

Ommezijde
Achterkant, achterzijde, keerzijde, tegenovergestelde zijde 
Als er op de achterkant van een blad papier nog tekst staat, staat er meestal "Zie ommezijde" op de voorkant van het blad.

Slide 16 - Slide

Rechtstreeks
direct, frontaal, gelijk, lijnrecht, linea recta, live, meteen, onmiddellijk, regelrecht, zonder tussenstappen
'Van de voorgestelde maatregelen wordt geen rechtstreeks milieueffect verwacht.'

Slide 17 - Slide

Redenering
argumentatie, betoog, bewijsvoering, gedachtegang, redenatie, relaas
'Dat lijkt mij een onweerlegbare redenering.'

Slide 18 - Slide

Reeds
al, bereids
'Ik heb dat reeds bij verschillende gelegenheden gezegd.'

Slide 19 - Slide

Schroef
metalen staafje dat in een punt uitloopt met een scherpe spiraalvormige rand om iets mee vast te maken
'Ik maak de planken met schroeven vast.'

Slide 20 - Slide

Telkens
alsmaar, altijd, elke keer, iedere keer, steeds, steevast
'Hij vertelt telkens een ander verhaal.'

Slide 21 - Slide

Uitsluitend
alleen, met uitsluiting van anderen
'Momenteel exporteert Noord-Korea uitsluitend grondstoffen en wapens.'

Slide 22 - Slide

Verhinderen
belemmeren, beletten, tegenhouden, tussenkomen, verijdelen, voorkomen, weerhouden
'Het doel van euthanasie is langdurig lijden verhinderen.'

Slide 23 - Slide

Voortaan
in het vervolg, van nu af aan
'De leerlingen zullen voortaan alle nieuwe woorden opschrijven in een woordenschrift.'

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
De opdracht staat klaar in de classroom

Slide 25 - Slide