Rennen in Rondjes

1 / 17
next
Slide 1: Slide
KunstKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 1,2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Instructions

Voorbereiding
Neem de woordenlijst door en verzamel alle benodigde materialen.

Benodigde materialen voor de voorbereidende les
- 1 rond of vierkant (vouw)blaadje per leerling (door school)
- 1 handje mozaïekvormpjes per leerling (door KIDD)
- Lijm (door school)

Instructions

Worksheets

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Groep 1&2
45 min.

Slide 2 - Slide

Introduceer het thema van de les:
achtervolgen. Vertel in het kort wat de leerlingen kunnen verwachten van de voorbereidende les.
Nieuw woord:
Achtervolging
Achter wie ren jij aan? 

Slide 3 - Slide

Kijk samen met de leerlingen naar de afbeeldingen en stel vragen: 
  • Wat is een achtervolging? 
  • Waarom zou je iemand achter na kunnen zitten?
  • Zit jij zelf weleens achter iemand aan? 
  • Waarom is dat dan?
Nieuw woord: achtervolging. Bespreek dit woord. 
Achtervolgen dieren ook? 

Slide 4 - Slide

Kijk samen met de leerlingen naar de afbeeldingen en stel vragen:
  • Zitten dieren ook weleens achter elkaar aan? 
  • Waarom dan? 
  • Wat moet je doen als je iemand ongezien achter na wil zitten?
Wie achtervolgt wie?
Nieuw woord:
Omkeren

Slide 5 - Slide

Vraag de leerlingen: 
  • Wat zie je?
  • Wie achtervolgt wie?
Tom en Jerry zijn bekende figuren. Zit de muis altijd achter de kat aan of kan de kat ook achter de muis zitten? Denk na over hoe de rollen soms omkeren in de avonturen van Tom en Jerry. Bespreek met de leerlingen hoe het concept van 'omkeren' van toepassing kan zijn op verschillende situaties, zowel in verhalen als in het echte leven.

Nieuw woord: omkeren. Bespreek dit woord.

Slide 6 - Video

Kijk samen met de leerlingen naar 3 korte video's waarin achtervolgingen een belangrijke rol spelen. Het betreft fragmenten van achtervolgingsscènes uit verschillende voorstellingen van Theatergezelschap BonteHond.

Zet het geluid aan en start de video "Pak'm" van BonteHond, waarbij achtervolging centraal staat.

Wie?

Slide 7 - Slide

Vraag de leerlingen:
  • Wie achtervolgde wie?
  • Waarom zou dat zo zijn? 
  • Welke kant renden ze uit?

Slide 8 - Video

Start de video "Aaipet" van BonteHond, waarbij achtervolging centraal staat.
Waarom?

Slide 9 - Slide

Vraag de leerlingen:
  • Waarom rennen ze in rondjes? 
  • Wie achtervolgde wie?
  • Waarom zou dat zo zijn?
  • Welke kant renden ze uit?

Slide 10 - Video

Start de video "Foei" van BonteHond, waarbij achtervolging centraal staat.
Nieuw woord:
Bewegen
Hoe bewegen ze?

Slide 11 - Slide

Hebben de leerlingen goed in de gaten wat achtervolgen is? Je kunt ze dan ook vragen om te letten op de manier waarop de personages in de video’s bewegen.

Vraag de leerlingen:
  • Wie achtervolgt wie?
  • Hoe bewegen ze? 
Nieuw woord: bewegen. Bespreek dit woord.
Sluipen
Nieuw woord:
Sssttt.. sluipen! 

Slide 12 - Slide

Nadat alle video’s klassikaal zijn bekeken en besproken, introduceer je de term sluipen. Wie weet wat dat is?

Vertel dat de leerlingen het misschien
wel gezien hebben in een van de
video’s. Sluipen is eigenlijk een stille,
rustige manier van achtervolgen,
waarbij je hoopt dat niemand je ziet
of hoort. Sluipen de leerlingen weleens? Waarom doen ze dat?

Nieuw woord: sluipen. Bespreek dit woord.
Nieuw woord:
Cirkel
We rennen in rondjes!

Slide 13 - Slide

Maak een koppeling met de titel van dit lesblok: Rennen in rondjes. Hoe beweeg je als je iemand achtervolgt? Leg uit dat als je heel hard achter elkaar aan rent, je in rondjes kan gaan rennen. Verwijs naar de voorbeelden uit de video’s. 

Nieuw woord: cirkel. Bespreek dit woord.

Opdracht
Laat de leerlingen met hun vinger een cirkel in de lucht tekenen.
Welke vormen ken jij?

Slide 14 - Slide

Welke vormen kennen de leerlingen – naast rondjes – nog meer?

Vraag: Welke vormen ken jij?
Vormen om je heen 

Slide 15 - Slide

Vraag de leerlingen: welke vormen zie je om je heen? Kijk goed in het klaslokaal. 

Kijk samen met de leerlingen naar andere, herkenbare vormen in het klaslokaal: rondjes, vierkanten, driehoeken, rechthoeken. 
Nieuwe vormen 

Slide 16 - Slide

De leerlingen gaan aan de slag met de opdracht: van allemaal bestaande vormen maken ze zelf een nieuwe vorm.

Voor iedere leerlingen is er een (vouw)blaadje, en een handje losse mozaïek vormpjes. Door deze op te plakken ontstaat er een nieuwe vorm. Ze mogen zelf verzinnen welke nieuwe vorm ze willen maken en krijgen de vrijheid buiten de vormen om te denken.

Ze mogen ook een nieuwe naam/woord bedenken voor hun vorm.
Cirkel
Sluipen
Bewegen
Omkeren
Achtervolging

Slide 17 - Slide

Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: omkeren, achtervolging, bewegen, sluipen en cirkel.

Blik vooruit op de masterclass: met een theaterdocent gaan leerlingen zelf achtervolgen, rennen in rondjes op muziek!

Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass

Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven.
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen.