Week 6 Part 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

WELCOME

What did we do / talk about last lesson?

Paragraaf 1.4 'Reading'

Bladzijde 24

Homework

Maak op itslearning Paragraaf 1.4  Opdracht 1 + 2 + 3

Paragraaf 1.4 

Opdracht 4: Meet Aston

Bladzijde 25

Goals

At the end of this lesson...

• I know how to use 'to be'

To be or not to be...

Weet jij nog wat persoonlijke voornaamwoorden zijn? Noem zoveel mogelijk voorbeelden.

to be

• to be = zijn
• Het is een van de meest voorkomende werkwoorden in het Engels. 
• We gebruiken to be vaak bij persoonlijke voornaamwoorden

• Je moet hier drie verschillende woorden leren:
• am / is / are

'Te' zijn

• Ik ben
• Jij bent
• Hij is
• Zij is
• Het is
• Wij zijn
• Jullie zijn
• Zij zijn

'To' be

• I am
• You are
• He is
• She is
• It is
• We are
• You are
• They are

Aantekeningen: To be

'To' be

• I am - I'm
• You are - You're
• 
  

• He is - He's
  
• She is - She's
  
• It is - It's
  

• We are - We're
  
• You are - You're
  
• They are - They're 

Afgekort

• 'm 
• 're

• 's 

• 're

Aantekeningen: To be

He ... a cool boy.

1. am
2. are
3. is

They ... strange people.

1. am
2. are
3. is

I ... a good student.

1. am
2. are
3. is

Job ... a hard worker.

1. am
2. are
3. is

Daan and Vinnie ... two boys.

1. am
2. are
3. is

She ... a cool girl.

1. am
2. are
3. is

Paragraaf 1.4 

Opdracht 5: Vul de juist vorm van to be in

Bladzijde 25