• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

4H grammaire chapitre 2

4H Frans - Grammaire chapitre 2
  • grammaire A: bijwoord
  • grammaire B: onregelmatige ww pouvoir, décrire en servir in de présent, passé composé, imparfait, futur en conditionnel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4H Frans - Grammaire chapitre 2
  • grammaire A: bijwoord
  • grammaire B: onregelmatige ww pouvoir, décrire en servir in de présent, passé composé, imparfait, futur en conditionnel

Slide 1 - Slide

Waar zegt een bijwoord iets over?
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijk naamwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
de hele zin

Slide 2 - Quiz

Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
een werkwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
de hele zin

Slide 3 - Quiz

Wat plak je achter een bijvoeglijk naamwoord om er een bijwoord van te maken?

Slide 4 - Open question

Maak een bijwoord van: poli

Slide 5 - Open question

Maak een bijwoord van: correct

Slide 6 - Open question

Maak een bijwoord van: sportif

Slide 7 - Open question

Maak een bijwoord van: bon

Slide 8 - Open question

Maak een bijwoord van: récent

Slide 9 - Open question

Kies de juiste vorm. Serge Gainsbourg chante (beter)
A
meilleur
B
mieux

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm. (gelukkig) sa musique est populaire
A
heureux
B
heureuse
C
heureuxment
D
heureusement

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste vorm. C'est un plat (typisch) Frans.
A
typique
B
typiquement

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm: C'est un (goede) chanteur.
A
bon
B
bonne
C
bien

Slide 13 - Quiz

Lastig?
  • Leer grammaire A uit chapitre 2.
  • Oefen via Slim Stampen

Slide 14 - Slide

Vervoeg: il (pouvoir, présent)

Slide 15 - Open question

Vervoeg: ma famille (partir, passé composé)

Slide 16 - Open question

Vervoeg: nous (sentir, imparfait)

Slide 17 - Open question

Vervoeg: tu (décrire, futur)

Slide 18 - Open question

Vervoeg: vous (dormir, conditionnel)

Slide 19 - Open question

Vervoeg: ils (mentir, présent)

Slide 20 - Open question

Volgende les
  • oefenen met kijken en luisteren
  • leer grammaire A en B van chapitre 2

Slide 21 - Slide

More lessons like this

4H Frans 19 jan - grammaire ch. 1 + 2 herhaling

January 2022 - Lesson with 33 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

chapitre 2 grammaire ABC 4 havo

November 2024 - Lesson with 31 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Klas 4 - Chapitre 2 - herhaling grammaire

December 2023 - Lesson with 11 slides

4V Frans 20 januari - werkwoorden

February 2024 - Lesson with 20 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

4V Frans 13 januari - grammaire chapitre 2

October 2021 - Lesson with 19 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

H4 [BLOKUUR] Chapitre 2 - herhalingsles grammatica

April 2024 - Lesson with 15 slides
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

V4 Grammaire B Chapitre 2

January 2025 - Lesson with 14 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Grammaire ch2 4v TCC

January 2022 - Lesson with 31 slides
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings