Jeelo-bron 1525 Op safari in Nederland

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

Jeelo bron 1525

Bij safari denk ik aan:

Lees deze inleiding. 

Weet je, nadat je de inleiding gelezen hebt, wat de schrijver met deze tekst wil? Deel met je schoudermaatje.

 Lesdoel: 

Je gaat de bron lezen en bespreken met anderen, zodat je de bron beter begrijpt.

Leesdoel:

 Als je de bron gelezen hebt, weet je waar je op moet letten  als je in Nederland wild wilt spotten. 

Voordat we verder lezen: uitleg van woorden, zodat je de tekst beter begrijpt.

Welke dieren horen bij het groot wild in Nederland?

1. Edelhert
2. Wolf
3. Eekhoorn
4. Wild zwijn

Maak een zin met "natuurexpeditie" en "observatiepunt".

De juf leest de tekst voor. 

Zet een streep onder de woorden die je nog niet kent of begrijpt.

Lees samen.

Lees de tekst nu met je schoudermaatje. Praat ook over de woorden die je onderstreept hebt. 

Dadelijk komen er een paar vragen.  

Als je wilde dieren wilt "spotten" moet je vroeg uit de veren.

1. waar
2. niet waar

Deze kleding is erg geschikt voor een natuurexpeditie in Nederland.

1. waar
2. niet waar

Deze kleding is ook erg geschikt voor een natuurexpeditie naar de Noordpool.

1. waar
2. niet waar

Wat kun je het beste doen als je oog in oog staat met een wild zwijn?

Lees het stukje "Neem een verrekijker mee". Waarom staat "van dichtbij" tussen aanhalingstekens?

Je hebt hebt geleerd wat je moet doen als je wilde dieren wilt spotten in Nederland.  

Afsluiting:

Je hebt in het begin van de les een wild dier gekozen dat je graag zou willen zien als je op natuurexpeditie gaat. Schrijf daar  nu een kort verhaal over . Begin met de zin:

Ik was al vroeg uit de veren want ik wilde een ......spotten.

Denk aan de tips die je in deze les gekregen hebt.