Online Lektion 1H2 25-11-25

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Speisen, Zutaten und Getränke

Ziel

Na deze les kun je:
Ten minste één drank en één gerecht beschrijven qua ingrediënten, smaak en textuur. 

Aufgabe 1

Hieronder staan een aantal gerechten uit de menukaart die jullie vorige week in de les ontvangen hebben:
Apfel-Crumble
Gebratene Champignons
Gefüllte Paprika
Kürbissuppe
Bandnudeln mit Lachs
Gemüse-Lasagne

In de volgende paar slides hoor je mij een aantal hints geven over deze gerechten.
Bepaal op basis van wat je hoort welk gerecht het kan zijn. 

1. Bandnudeln mit Lachs
2. Gebratene Champignons
3. Gefüllte Paprika
4. Gemüse Lasagna

1. Apfel-Crumble
2. Bandnudeln mit Lachs
3. Gebratene Champignons
4. Kürbissuppe

1. Apfel-Crumble
2. Gebratene Champignons
3. Gefüllte Paprika
4. Kürbissuppe

1. Bandnudeln mit Lachs
2. Gebratene Champignons
3. Gefüllte Paprika
4. Kürbissuppe

Kocharten und Bereitungsweisen

We hebben een aantal kookwijzen gehoord:
im Ofen überbacken
mit Käse gratiniert
gegrillt
in Soße serviert
gefüllt
gebacken
in der Pfanne gebraten

In Canvas vind je een lijst met meer kook-en bereidingswoorden. Boven de streep staan woorden die veel voorkomen. Onder de streep staan woorden die nog meer details geven. 

Aufgabe 2

In de volgende slide vind je een link die je naar een oefening brengt waarin je kook-en bereidingswijzen gaat koppelen aan afbeeldingen. 
Open de link en sleep de woorden naar de juiste plaatjes. 
Typ daarna in je aangemaakte word document bij 4 van de kook/bereidingswijzen een voorbeeld.
Bijvoorbeeld:
Je kiest 'frittiert'.
Dan kun je bijv.'frittierte Pommes mit mayo' formuleren. 

Wil je fancy, dan kun je ook formuleren: 'frittierte Pommes mit mayo, dazu Hühnerspießen und gemischter Salat". 

learningapps.org

Geschmäcker und Textüre

Naast kook-en bereidingswijzen, kun je gerechten ook beschrijven door het over smaak en textuur te hebben.
Daarom de volgende oefening: 
In Canvas staat een lijst met woorden met smaken en texturen.
Ik noem in de volgende slides een aantal ingrediënten op, waarvan jullie moeten bepalen wat de smaak en/of textuur is. 

1. Salzig
2. Sauer
3. Scharf
4. Süß

1. Bitter
2. Kremig
3. Sauer
4. Süß

1. Salzig
2. Scharf
3. Knackig
4. Würzig

Kaffee schmeckt...

1. Bitter
2. Kremig
3. Saftig
4. Scharf

Chips schmeckt ...

1. Knackig
2. Knüsprig
3. Salzig
4. Würzig

Richtig gebackenes Fleisch schmeckt...

1. Knackig
2. Knüsprig
3. Würzig
4. Zart

Aufgabe 3

Neem in je word document de volgende zinnen over en vul ze aan met smaak- en textuurwoorden:
Erbsensuppe schmeckt ...und ...
Eine Limette schmeckt ... und ...
Ein Auster schmeckt ...und ...
Eine Banane schmeckt ... und ...

Kies nu zelf 3 ingrediënten/ gerechten uit die jij lekker vindt en koppel er een smaak- en textuurwoord aan. Schrijf deze ook op in je word document. 
Bijv. Käse schmeckt salzig und kremig. 

Aufgabe 4

Ga rond 11.00 naar Plein 15.
Daar zijn plekken voor jullie gereserveerd. Geef bij het bestellen aan dat je van klas 1H2 bent.
Jullie mogen op mijn kosten één drankje naar keuze en één hapje naar keuze bestellen (ze hebben o.a. lekkere wraps...). 
Jullie proeven jullie bestelde dingen en jullie noteren in jullie word document in het Duits:

Was hast du bestellt? Ich habe ... und ... bestellt (het drankje/gerecht zoveel mogelijk in het Duits vertaald).
Welche Zutaten sind in deiner Bestellung? ... enthält ..., ... und .... (en dat dan 2 x)
Wie schmecken die Sachen die du bestellt hast (Geschmack und Textur).
... schmeckt ... und ... (en dat dan 2 x)

Viel Spaß und guten Appetit