Spelling herhaling blok 6

1 / 11
next
Slide 1: Video
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:

Het jonge meisje rent naar het plein.
A
Het - rent
B
meisje - plein
C
jonge - naar
D
plein - jonge

Slide 2 - Quiz

Wat is het bijvoeglijknaamwoord in de volgende zin:

In de oven liggen knapperige worstenbroodjes
A
oven
B
In
C
knapperige
D
worstenbroodjes

Slide 3 - Quiz

Welke lidwoorden staan er in de volgende zin:

De koeien staan in de grote wei.

Slide 4 - Open question

Welke zelfstandige naamwoorden staan in de volgende zin:

De kinderen doen een gezellig spel.

Slide 5 - Open question

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin:

De vissen zwemmen in de schone vissenkom.

Slide 6 - Open question

Voltooid deelwoord:
geeft aan dat iets voltooid is.


Hulpwerkwoord:
zorgt ervoor dat de zin loop en staat nooit alleen in de zin.

Slide 7 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Joep heeft gisteren in de bossen gespeeld.
A
Joep
B
heeft
C
bossen
D
gespeeld

Slide 8 - Quiz

Wat is het hulp werkwoord in de volgende zin:

Joep heeft gisteren in de bossen gespeeld.
A
Joep
B
heeft
C
bossen
D
gespeeld

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin :

Nina is vanmorgen naar school geweest.

Slide 10 - Open question

Wat is het hulpwerkwoord in de volgende zin:

Nina is vanmorgen naar school geweest.

Slide 11 - Open question