Les 2

Programma:

  • Schrijven in fasen 
  • Signaalwoorden {o.a. bij lezen}

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma:

  • Schrijven in fasen 
  • Signaalwoorden {o.a. bij lezen}

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
Je weet welke fasen er zijn bij schrijven en gaat dit toepassen bij de schrijfopdrachten

Je kent de functie van signaalwoorden en je kunt voorbeelden van signaalwoorden noemen zodat je ze zelf kunt gebruiken en herkennen

Slide 2 - Slide

Herhaling:  Schrijfplan
Steekwoorden (tip = mindmap maken)
-onderwerp
-deelonderwerpen kern van je tekst =alinea's
-slot/sterke slotzin of uitsmijter
-inleiding/interessants voor de inleiding
-titel?

Slide 3 - Slide

Schrijven in fasen:
Je schrijft een goede tekst in drie fasen:
  1. Voorbereiding
  2. Uitvoering
  3. controleren en verbeteren

Slide 4 - Slide

Fase 1 = voorbereiding 
Bepaal je tekstsoort en kies je onderwerp
Stem je tekstsoort af op het doel en lezerspubliek 
Bronnen verzamelen (APA!)
Maak een schrijfplan

Slide 5 - Slide

Fase 2 = uitvoering
Schrijf een eerste versie op inhoud. Het hoeft niet perfect, gewoon doorschrijven
Eventueel aanpassen bouwplan en aanvullen bronnen
Herschrijven: nu let je meer op bijvoorbeeld: juiste zinnen & spelling
Slaap er een nachtje over....

Slide 6 - Slide

Fase 3 = afronding
Controleer de opbouw en lay-out
Is de inhoud volledig, duidelijk en juist?
Controleer het taalgebruik (grammatica, stijl en spelling)


Slide 7 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven het verband aan tussen delen van zinnen

Slide 8 - Slide

Opdracht:
Bepaal van de volgende signaalwoorden in welke categorie ze passen

Slide 9 - Slide

maar
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden
D
conclusie

Slide 10 - Quiz

omdat
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden
D
conclusie

Slide 11 - Quiz

evenals
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden
D
conclusie

Slide 12 - Quiz

hieruit volgt
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden
D
conclusie

Slide 13 - Quiz

om kort te gaan
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 14 - Quiz

bovendien
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 15 - Quiz

dat komt voor bij
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 16 - Quiz

vervolgens
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 17 - Quiz

kortom
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 18 - Quiz

enerzijds...anderzijds
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 19 - Quiz

met de bedoeling om
A
doel-middel
B
toelichting
C
reden/verklaring
D
oorzaak-gevolg

Slide 20 - Quiz

dat is waarom
A
doel-middel
B
toelichting
C
reden/verklaring
D
oorzaak-gevolg

Slide 21 - Quiz

te wijten aan
A
doel-middel
B
toelichting
C
reden/verklaring
D
oorzaak-gevolg

Slide 22 - Quiz

dat is het geval bij
A
doel-middel
B
toelichting
C
reden/verklaring
D
oorzaak/gevolg

Slide 23 - Quiz

Geef een signaalwoord dat een opsomming weergeeft.

Slide 24 - Mind map

Geef een signaalwoord dat een tegenstelling weergeeft.

Slide 25 - Mind map

Geef een signaalwoord dat oorzaak-gevolg weergeeft.

Slide 26 - Mind map

Terugblik: wat zijn de drie fasen bij schrijven? Weet je het nog?

Slide 27 - Open question

Huiswerk & vandaag
Maak de opdrachten van schrijven 
  • 1.1 voorbereiden 1 t/m3
  • 1.2 uitvoeren  1 t/m 3
  • 1.3 controleren en verbeteren 1 t/m 3
  • Bekijk de theorie van les 1 t/m 3 in its learning

Slide 28 - Slide

Vragen?
Tot volgende week!

Slide 29 - Slide