Deutschunterricht H2 9. März 2020

Deutschunterricht 
Montag den 9. März 2020
H2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deutschunterricht 
Montag den 9. März 2020
H2

Slide 1 - Slide

Lesen
Lees gedurende 10 minuten in het leesboekje 'Abenteur im Schnee'
DIT GEBEURT IN STILTE!!! 
klaar? --> nieuw leesboekje

Slide 2 - Slide

Planung
  • Lesen
  • Lernziele
  • Wiederholung Grammatik (quiz)
  • Modalverben (deel 2)
  • bijzonderheden modalverben
  • Selbständige Arbeit
  • Wortschatzspiel
  • Lernziele erreicht
  • Abschluss + Hausaufgaben

Slide 3 - Slide

Lernziele
Aan het einde van deze les kan/weet je:
• Wat de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen betekenen.
• Hoe je de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.
• De werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen toepassen in een zin.
  • De sprachmittel van hoofdstuk 8 gebruiken in een gesprek

Slide 4 - Slide

Wiederholung Grammatik
Was wisst ihr noch?


Slide 5 - Slide

Bij welke vormen (ich, du ...) kun je de modale werkwoorden volgens de feesttenten regel vervoegen?
A
er/sie/es & wir
B
ihr, sie/Sie
C
wir, ihr, sie/Sie
D
ich, du, ihr

Slide 6 - Quiz

De volgende vormen komen met elkaar overeen
A
ich & er/sie/es
B
du & wir
C
sie/Sie & ihr
D
ich & du

Slide 7 - Quiz

Modalverben 2.0
Die Verben: können/dürfen/wollen/wissen kennt ihr schon

Und jetzt...

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Let op de betekenissen...
müssen = moeten (noodzaak)
sollen = moeten (wil van iemand anders)


Slide 10 - Slide

Let op de betekenissen 2.0
mögen = leuk vinden / lusten
wollen = willen
möchten = zou graag willen (beleefd)

Slide 11 - Slide

Selbständige Arbeit!
1. maak de online oefeningen
2. maak opdrachten 22, 23 & 25 van hoofdstuk 8 Neue Kontakte
3. drillster 8.1 (6.1 & 6.2)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Wortschatzspiel
Wortschatz, Sprachmittel & Sprachmittel

1. Sucht euer Partner
2. Gefunden? --> Dozent
3. Gespräch

Slide 14 - Slide

Lernziele erreicht?
Aan het einde van deze les kan/weet je:
• Wat de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen betekenen.
• Hoe je de werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.
• De werkwoorden können, dürfen, müssen, wissen, sollen, möchten, wollen en mögen toepassen in een zin.

Slide 15 - Slide

Abschluss
Hausaufgaben:
Aufgaben 22/23/25 K8 Neue Kontakte
Drills 8 N-D + D-N (6.1)

KONTROLLE!

NEEM JE LEESBOEKJE VANAF NU IEDERE MAANDAG MEE!!!

Slide 16 - Slide