6.2 Stroomkringen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Elektriciteit

Toesten deze periode

Praktische opdracht over Elektriciteit. Telt 2x

Toets in de toetsweek over 6.1 t/m 6.5 en 7.1 t/m 7.3 en 7.5. Telt 6x

Stroomkringen

Een stroomkring moet gesloten zijn om 

te kunnen werken. Een onderbroken 

stroomkring werkt niet. 

Stroomkring

1. Elektriciteit: Alle stoffen bestaan uit elektrische deeltjes. Als deze gaan stromen dan hebben we elektriciteit.

2. Spanningsbron: Brengt elektrische deeltjes in beweging en geeft ze energie mee. Vb. Batterij, accu of zonnecel.

3. Geleiders: Een stof waar makkelijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. metalen en water.

4. Isolator: Een stof waar moeilijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. plastic, glas of hout.

5. Verbruiker: Dat gebruikt de elektrische energie. Vb. Lampje zet elektrische energie om in warmte en licht.

Voorbeelden stroomkring

• Gesloten stroonkring:

De elektrische deeltjes kunnen een rondje maken.

• Onderbroken stroomkring:

De kring is niet gesloten.

Stroomkring in een lamp

Schakelschema

• Schakeling: 

Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

• Schakelschema:

Eenvoudige tekening van een schakeling

Regels schakeling tekenen 

Werk altijd met potlood en liniaal

Teken de symbolen juist

Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal

Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn

Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden

Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Stroomsterkte

Door een stroomkring gaat een stroom. De stroomsterkte geeft aan hoe groot de stroom is. De stroomsterkte wordt aangegeven met de eenheid Ampère. 

Grootheid = Stroomsterkte = I

Eenheid = Ampère = A

Geleider of Isolator?

Een geleider geeft de elektriciteit goed door. 

Een isolator geeft de elektriciteit niet goed door. 

Isolatoren

• Rubber
• Glas
• meeste plastics

Bijna alle stoffen die niet metaal zijn fuctioneren als isolator

0

Waar of Niet waar?

Stelling 1: De symbolen in schakelschema's zijn overal ter wereld hetzelfde?

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 2: In een open stroomkring kan elektrische stroom lopen.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 3: Een accu heeft een plus- en een minpool

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 4: Een isolator laat elektrische stroom er makkelijk doorheen.

1. Waar
2. Niet waar

Een spanningsbron geeft elektrische deeltjes energie en zet ze in beweging.

1. Waar
2. Niet waar

phet.colorado.edu

Het symbool voor stroomsterkte is .....

1. P
2. U
3. I
4. t

De eenheid van Stroomsterkte is?

1. V
2. I
3. A
4. U

Een isolator houdt de stroom tegen

1. Juist
2. Onjuist

Koper is een isolator

1. waar
2. niet waar

Welk van onderstaande stof is een isolator?

1. zilver
2. papier
3. goud
4. koolstof

Een geleider geeft de stroom goed door

1. Juist
2. Onjuist

Schrikdraad is een goede geleider

1. Goed
2. Fout

Het handvat van schrikdraad is een goede geleider.

1. Goed
2. Fout

Een voorbeeld van een geleider is

1. Kopje
2. Metalen lepel
3. Bord
4. Glas

Welk van onderstaande stof is een geleider?

1. rubber
2. hout
3. lood
4. wol

De stroom in een stroomkring loopt altijd van:

1. - naar +
2. x naar y
3. y naar x
4. + naar -

Welk van onderstaande stof is een geleider?

1. rubber
2. hout
3. lood
4. wol

Welk van onderstaande stof is een isolator?

1. zilver
2. papier
3. goud
4. koolstof

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!

1. lampje
2. batterij
3. snoer
4. schakelaar

In welke eenheid wordt stroom gemeten?

1. Ampère
2. Spanning
3. Aapjes
4. Volt

Welke stroomsterkte geeft de meter aan?

1. 10,8 A
2. 10,8 mA

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?

1. serieschema
2. parallelschema
3. schakelschema

Opdracht C33

Opdrachten

Maak alle opdrachten

De opdrachten waar je een werkblad voor nodig hebt teken je in je schrift.

In Classroom inleveren: A19, B31, B32 en C33

Op Som staat een linkje naar de classroom waar je het kan inleveren. 

Weektaak

6.1 en 6.2