Leerlingen staan in een kring.
Eén leerling heeft een zachte bal (of prop papier).
De docent roept een stelling:
Wie zich herkent, steekt hand op. Degene met de bal gooit naar iemand met hand omhoog.
Die leerling licht kort toe waarom hij/zij dat denkt (max 30 sec).
Herhaal 3-4 stellingen.