This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
10.3 De bouw en werking van het hart.
Slide 1 - Slide
Eerst: terugblik
LessonUp quiz
Slide 2 - Slide
In de afbeelding is de bloedsomloop van een ara schematisch getekend. Behoren de longen van de ara tot de grote bloedsomloop of tot de kleine bloedsomloop?
A
tot de grote bloedsomloop
B
tot de kleine bloedsomloop
Slide 3 - Quiz
In de afbeelding is de bloedsomloop van een ara schematisch getekend. Bevat bloedvat P zuurstofrijk of zuurstofarm bloed?
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm
Slide 4 - Quiz
Hartfalen is een aandoening waarbij de hartspier niet genoeg kracht heeft om goed te kunnen werken. Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert. Behoort dit bloedvat tot de grote of tot de kleine bloedsomloop?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
Slide 5 - Quiz
Over de opname van zuurstof in het bloed doen twee leerlingen, Lars en Jasmijn, de volgende beweringen: Lars: 'Alleen in de grote bloedsomloop wordt zuurstof door het bloed opgenomen.' Jasmijn: 'Alleen in de kleine bloedsomloop wordt zuurstof door het bloed opgenomen.'
A
Lars heeft gelijk
B
Jasmijn heeft gelijk
C
geen van beiden heeft gelijk
Slide 6 - Quiz
Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
B
Het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart
C
Alle rode bloedcellen gaan per omloop twee keer door het hart.
D
Het hart zuurstofrijk en zuurstofarm bloed vervoert.
Slide 7 - Quiz
In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van de borstkas van de mens schematisch getekend. P geeft een harthelft aan. P is door een bloedvat verbonden met orgaan Q. Dit bloedvat is niet getekend. Welk bloedvat is dit?
A
Aorta
B
longader
C
longslagader
D
Holle ader
Slide 8 - Quiz
Leerdoelen:
Aan het einde van deze les kun je beschrijven:
- hoe ons hart is opgebouwd
- hoe een hartslag verloopt
- wat we onder de bloeddruk verstaan
Slide 9 - Slide
Bouw van het hart
Slide 10 - Slide
Het hart
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
DE WERKING VAN HET HART
Slide 13 - Slide
0
Slide 14 - Video
Hartritme
1. Vulfase - de hartkleppen zijn open en bloed stroomt vanaf de aders de via de boezems de kamers in.
2. Samentrekken van de boezems - hartkleppen open slagaderkleppen dicht
3. Kamers trekken samen - slagaderkleppen op en hartkleppen dicht
4. ontspannen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Hartklep open
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open
Slide 20 - Slide
Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.
Dicht:
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht
Slide 21 - Slide
Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Open:
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:
- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open
Slide 22 - Slide
Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.
Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Aan het (huis)werk
Quayn thema 10.3
Lezen?
Paragraaf 10.3 op 10 voor biologie
Slide 32 - Slide
Nog zin in een quizje?
Slide 33 - Slide
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer
Slide 34 - Drag question
De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
Boezems en aders
B
Kamers en aders
C
Boezems en kamers
D
Boezems en slagaders
Slide 35 - Quiz
Tijdens welke fase zijn de hartkleppen dicht?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 36 - Quiz
Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets
Slide 37 - Quiz
Zet de plaatjes in de juiste volgorde:
Slide 38 - Drag question
Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn
Slide 39 - Quiz
Tijdens welke fase gaan de halvemaanvormige kleppen open?
A
Tijdens het samentrekkenvan de boezems
B
Tijdens de hartpauze
C
Tijdens het samenstrekken van de kamers
D
Die gaan nooit open
Slide 40 - Quiz
uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes
Slide 41 - Quiz
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 42 - Quiz
De hartkleppen zorgen ervoor dat bloed
A
sneller stroomt
B
niet terugstroomt in de boezems
C
niet terugstroomt in de kamers
D
langzamer stroomt
Slide 43 - Quiz
De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers
Slide 44 - Quiz
hoe heten de kleppen in de aorta en de longslagaders?
A
halve maan vormige kleppen
B
aderkleppen
C
hartkleppen
D
bloedkleppen
Slide 45 - Quiz
Bij een dubbele bloedsomloop gaat het bloed.......
A
2x door de longen
B
2x door het hart
C
2x door alle organen
Slide 46 - Quiz
A noemen we ......
A
rechterboezem
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer
Slide 47 - Quiz
welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 48 - Quiz
Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
'Dunne' wand, weinig gespierd
Vervoert bloed
van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling
Slide 49 - Drag question
Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
de aorta
Slide 50 - Quiz
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een