verkeer voorrang les 3b

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerkeerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?

Slide 1 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Wat voorrangsborden zijn.
Wie voorrang heeft en waarom.
Wat voorrangsvoertuigen zijn.
Wat een voorrangsweg is.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Doel: Aan het eind van de les kunnen jullie:
bij verschillende situaties aangeven wie voorrang heeft.
Kennen jullie de betekenis van de verschillende voorrangsborden. 
Weten jullie welke verkeerslichten er zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Voorrangsweg. Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die uit de zijweg komt rijden.
Einde voorrangsweg.
Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt rijden.
Je moet voorrang geven aan iedereen die van links of rechts komt rijden. Bij dit bord staan altijd haaientanden op het wegdek.
Stopbord. Als je rijdt (fietst), moet je stoppen voor de stopstreep. Ook als er niets aan komt rijden. Geef voorrang aan iedereen die van links of rechts komt rijden. 

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Wie mag er nu voorgaan?
A
Finn
B
Esmee

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt de voorrang op dit kruispunt nu geregeld?
A
Met verkeerslichten en borden
B
Met voorrangsborden
C
Met verkeerslichten, haaientanden en borden
D
met haaientanden en borden

Slide 9 - Quiz

Waar
Niet waar
Als verkeerslichten werken, gelden de verkeersborden niet
De voorrangsborden en haaientanden gelden ook als de verkeerslichten werken.
De voorrangsborden gelden op dit kruispunt als het verkeerslicht voor jou oranje wordt. 
Als alle verkeerslichten oranje knipperen of niet branden, gelden de voorrangsborden. 

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Wie doet het goed?
A
Daniël
B
Simone
C
Fatima

Slide 12 - Quiz

Vroeger waren niet alle spoorwegovergangen goed beveiligd. Hoe wist je dat er een trein aankwam?
Waar
Niet waar
De bomen gingen dicht
Er klonk een geluidssignaal
Er knipperden rode lichten

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Waarom mogen de mensen nu wel op straat lopen en krijgen zij voorrang?

Slide 15 - Open question

Verkeersregelaar
Verkeersbrigadier
Bij scholen
Bij speciale gebeurtenissen
Staan er af en toe
Staan er elke dag
Vanaf 18 jaar
Vanaf ongeveer 11 jaar
Zorgen dat kinderen veilig oversteken
Zorgen dat het verkeer goed doorstroomt

Slide 16 - Drag question