Mens en omgeving Deel A

• Zorg en Welzijn
• Voortgezet speciaal onderwijs

Werken bij mensen met een beperking

Samenvatting deel A

Op welke manieren kun je milieubewust opruimen?

Wat is een nadeel van wasverzachter?

1. Het is slecht voor het milieu
2. Het duurt te lang
3. De kleding gaat pluizen
4. Kleding wordt statisch

Op welke manieren kun je milieubewust opruimen?

De kraan niet onnodig laten lopen

1. Milieu
2. Ergonomie
3. Hygiëne

Visuele beperking

Auditieve beperking

Bij welke beperking heb je rolstoel nodig?

1. een auditieve beperking
2. een verstandelijke beperking
3. een motorische beperking
4. een visuele beperking

Een ander woord voor een lichamelijke beperking:

1. geestelijke beperking
2. chronische beperking
3. fysieke beperking
4. auditieve beperking

Welke soort beperking hoort bij deze beschrijving?

Christa van twaalf jaar heeft een denkniveau van een zesjarige.

Willem communiceert met gebarentaal. 

Noah is spastich.

Emre heeft een blindegeleide hond. 

Doortje heeft het syndroom van Down.

Auditieve 

Motorische 

Verstandelijke 

Visueel 

Verstandelijke 

Ik heb een visuele beperking, dan heb ik een beperking van ….

1. spraak
2. gezichtsvermogen
3. beweging
4. sociaal

Wat hoort waar in de schijf van vijf?

Stappen was sorteren 

1. Controleer het wasgoed 

2. Verdeel het wasgoed in vier groepen

3. Maak wasstapels (op temperatuur, kleur)

4. Stop het in de wasmachine en kies het juiste programma 

Sleep de onderdelen in de juiste volgorde zodat je de was juist kunt uitvoeren:

stap 1

stap 2

stap 3

stap 4

stap 5

stap 6

Was sorteren

Was ophangen

Wassen

Was controleren

Was strijken

Was opvouwen

Hoeveel wasmiddel je gebruikt (dosering), is vooral afhankelijk van het merk wasmiddel.

1. Waar
2. Niet waar

Hoeveel wasmiddel je gebruikt (dosering), is vooral afhankelijk van het merk wasmiddel.

1. Waar
2. Niet waar

Voor welke was is dit wasmiddel:

1. bonte was
2. fijne was
3. witte was
4. handwas

Waarom moet je wasmiddel goed doseren?

1. Als je te weinig gebruikt duurt het wassen langer
2. Als je teveel gebruikt schuimt het teveel
3. Als je te weinig gebruikt gaat het niet lekker ruiken
4. Als je teveel gebruikt gaat wasmiddel te snel op

Sleep de dingen naar de juiste doek

waarmee je kunt schoonmaken/afdrogen

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen.

1. reinigingsmiddelen

2. onderhoudsmiddelen
3. desinfecteermiddelen

4. oplosmiddelen

Reinigheidsniveaus

• Ruwschoon: Lage eisen aan schoonmaken. Bijvoorbeeld een berging/garage.
• Huishoudelijk schoon: Zichtbare vuil is weg. Nog wel bacteriën in de ruimte. Bijv. woonkamer.
• Smetschoon: Een ruimte waar zelfs de bacteriën gedood zijn. 

Efficiënt werken

Dit houdt in dat  je doelmatig werkt, dus met zo weinig mogelijk inspanning zoveel mogelijk schoonmaken. Enkele tips om efficiënt te werken:

• Zorg dat je alle schoonmaakmiddelen en materialen bij je hebt op de materiaalwagen.
• Zet alles op ooghoogte zodat je geen tijd verliest met bukken.