5.4 Gedrag leren

5.4: Gedrag leren
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4: Gedrag leren

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
Lesdoelen bespreken
Verschillende manieren van leren
Veel filmpjes om voorbeelden te laten zien
Aan de slag
Oefenen toetsvraag

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Na vandaag kan je benoemen wat het verschil is tussen aangeboren en aangeleerd gedrag
  2. Na vandaag kan je de verschillende manieren van leren uitleggen en herkennen

Slide 3 - Slide

Welk gedrag hoef je niet te leren?
Reflexen: zuigreflex, slikreflex, grijpreflex bij baby's

Erfelijk gedrag: spergedrag bij vogels, bijen die naar bloemen gaan om nectar te zoeken

Slide 4 - Slide

6 manieren van leren
  1. Inprenten
  2. Gewennen
  3. Trial and error (proefondervindelijk leren)
  4. Imiteren
  5. Inzichtelijk leren (inzicht)
  6. Conditioneren

Slide 5 - Slide

1. Inprenten
Een leerproces dat plaatsvindt gedurende een gevoelige periode, meestal de eerste levensfase

Hier leren jonge dieren bijvoorbeeld hun soortgenoten herkennen

Belangrijk voor band met de ouders

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

2. Gewennen
Niet meer reageren op prikkels wanneer deze geen zinvolle informatie meer bevatten

  • Paarden die moeten leren om niet meer te reageren op knallen
  • Vogels die niet meer schrikken van vogelverschrikkers

Slide 9 - Slide

3. Trial and error
Leren door uit te proberen (= trial) (en te falen = error)

Proefondervindelijk leren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Het schaap denkt dat hij een hond is. Door welke vorm van leren komt dat?
A
Aangeboren gedrag
B
Inprenten
C
Gewennen
D
Trial and error

Slide 12 - Quiz

4. Imiteren
Leren door het gedrag na te doen.

Wat heb jij geleerd door imiteren?

Slide 13 - Slide

Imitatie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

5. Inzicht

In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door verschillende vroeger opgedane ervaringen te combineren.

Slide 16 - Slide

6. Conditioneren
Een verband leggen tussen tussen het gedrag en het gevolg daarvan

Bijvoorbeeld dat je gaat staan en het lokaal verlaat als de bel gaat.

Slide 17 - Slide

6. Conditioneren
Dieren kan je trainen door beloning en straf.

Als de dolfijn een kunstje doet, krijgt hij een vis

Als een hond gaat zitten, krijgt hij een koekje

Als het dier het kunstje niet doet, krijgt het geen beloning, dat is eigenlijk een straf

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Oefenen
Herhalen van gedrag om zo steeds beter te worden.

De nieuwe verbindingen tussen hersencellen worden zo steeds sterker.

Bijvoorbeeld woordjes leren

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Maken in werkboek B:
5.4 (Gedrag leren):
Opdracht 4, 6, 11, 12

Deze opdrachten zijn ook het huiswerk
Klaar met deze opdrachten? Lees dan voor jezelf 5.4 vanaf bladzijde 152

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide