What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Voortplanting en seksualiteit
Welke stelling(en) over eicellen is/zijn NIET juist?
A
Eicel is kleiner dan de zaadcel
B
Ontstaan in de eileiders
C
Het zakje waarin de eicel ontstaat, wordt follikel genoemd.
D
De follikel wordt het "gele lichaam" genoemd. Blijft achter in de eierstok.
1 / 36
next
Slide 1:
Quiz
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke stelling(en) over eicellen is/zijn NIET juist?
A
Eicel is kleiner dan de zaadcel
B
Ontstaan in de eileiders
C
Het zakje waarin de eicel ontstaat, wordt follikel genoemd.
D
De follikel wordt het "gele lichaam" genoemd. Blijft achter in de eierstok.
Slide 1 - Quiz
Hoe wordt het proces bij A genoemd?
Slide 2 - Open question
Bevat een zaadje diploïde of haploïde cellen? Of allebei?
Licht jullie antwoord toe in je aantekeningenschrift.
A
Diploid
B
Haploid
C
Allebei
Slide 3 - Quiz
Kan een stuifmeelkorrel vergeleken worden met een eicel, of een zaadcel? Of met geen van beiden?
A
Eicel
B
Zaadcel
C
Geen van beiden
D
Met allebei
Slide 4 - Quiz
Waar zitten de eicellen van een tomaat?
Slide 5 - Open question
Lesplanning les 2 week 47
Even herhalen van vorige les
Studiewijzer bekijken en SO inplannen
Leerdoelen b4 bekijken
Zelfstandig werken aan b4
Heb je de leerdoelen bereikt?
Slide 6 - Slide
Waar vindt eicelrijping plaats?
Waar vindt bevruchting plaats?
A
In de eileider In de baarmoeder
B
In de eileider, In de eierstok
C
In de eierstok, In de eileider
D
In de eierstok, In de baarmoeder
Slide 7 - Quiz
Wat verstaan we onder "het follikel"?
Wat kun je allemaal vertellen over het follikel?
Slide 8 - Open question
Hoe worden de delingen van de bevruchte eicel genoemd waarbij geen celgroei plaatsvindt?
A
Meiose I
B
Meiose II
C
Klievingsdelingen
D
Mitose (celdeling)
Slide 9 - Quiz
Hoe wordt het klompje cellen genoemd dat kan innestelen in het baarmoederslijmvlies?
Slide 10 - Open question
Studiewijzer
Week 48 (dinsdag en donderdag verkort rooster)
Basisstof 3 - Hormonen
Week 49 (verkort lesrooster op woensdag)
Voorlichting: "Biologie in de Bovenbouw" op donderdag
SO basisstof 2 t/m 4 op vrijdag
Werkblad van L.L.deL. over de 10 gouden regels
Slide 11 - Slide
Leerdoelen basisstof 4
2.4.1 Je kunt de ontwikkeling van een zygote tot volgroeide baby beschrijven.
2.4.2 Je kunt beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen.
2.4.3 Je kunt de fasen van de geboorte beschrijven.
Slide 12 - Slide
To do...
Zelfstandig werken aan basisstof 4
Maak de opdrachten, bestudeer de leerstof.
Slide 13 - Slide
Wat heb je nog nodig om de leerdoelen te bereiken?
A
De opdrachten maken
B
De leerstof bestuderen
C
A en B
D
Een dalton-uur inplannen
Slide 14 - Quiz
Wanneer ga je de weektaak afronden? Noteer de dag/datum en tijd
Zet het in je planner!
Slide 15 - Open question
Les 1 week 50
Quiztime!
Slide 16 - Slide
De term "gender" verwijst alleen naar biologische kenmerken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Als een vrouw valt op andere vrouwen worden, wordt dit zo genoemd.
A
Heteroseksueel
B
Homoseksueel
C
Biseksueel
D
Aseksueel
Slide 18 - Quiz
Gender
Biologische kenmerken
Sociale kenmerken
Culturele kenmerken
Psychologische kenmerken
Slide 19 - Slide
Mensen die zich comfortabel voelen bij hun geslacht noem je...
A
Cisgender
B
Transgender
C
Genderdystrofie
D
Intersekse persoon
Slide 20 - Quiz
LHBTIQA: I van Intersekse
Geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmeren.
Voorbeeld: teelballen en eierstokken aanwezig.
Ander voorbeeld: een niet-volgroeide penis + vagina ingang of baarmoeder.
Meestal ongevoelig voor testosteron.
Daardoor kans op: DNA --> MAN maar uiterlijk --> VROUW
Slide 21 - Slide
Waarvoor staat de Q in LHBTIQA?
A
Voor Queer: iemand die zichzelf niet in een hokje wil plaatsen qua geslacht.
B
Voor Queer: iemand die zichzelf niet in een hokje wil plaatsen qua seksuele voorkeur.
C
Voor Queer: iemand die zich geen jongen en geen meisje voelt (non-binair is).
D
Voor Queer: iemand die voelt dat gender "fluïde" is: steeds verandert.
Slide 22 - Quiz
De Q in LHBTIQA staat voor....
Let op: geef je antwoord met één woord!
Slide 23 - Open question
Stel je voor: een man raakt een vrouw aan door haar een innige knuffel te geven. Zij geeft aan dat zij dit niet wil. Hoe wordt dit genoemd?
A
Seksuele intimiteit
B
Grens overschrijdend gedrag
C
Aanranding
D
Incest
Slide 24 - Quiz
Als iemand seksueel getinte opmerkingen maakt en je dat niet fijn vindt, wordt dit intimidatie genoemd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Als iemand sexy berichten, foto's of filmpjes van jou naar anderen doorstuurt zonder jouw toestemming, is die persoon strafbaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Een volwassene verleidt een minderjarige tot seksuele handelingen, online of bij een ontmoeting. Hoe wordt dit genoemd?
A
Grooming
B
Sekstortion
C
Exposen
D
Slutshaming
Slide 27 - Quiz
Het chanteren van een persoon met behulp van seksueel getinte beelden of berichten van deze persoon, wordt zo genoemd:
A
Grooming
B
Sekstortion
C
Exposen
D
Slutshaming
Slide 28 - Quiz
Het in het openbaar online vernederen van mensen door intieme foto's of filmpjes te verspreiden, wordt zo genoemd:
A
Grooming
B
Exposen
C
Sekstortion
D
Slutshaming
Slide 29 - Quiz
Het in het openbaar bekritiseren van meisjes en vrouwen vanwege bepaald gedrag of hun manier van kleden, wordt zo genoemd:
A
Exposen
B
Grooming
C
Slutshaming
D
Sekstortion
Slide 30 - Quiz
Stellingen over grenzen (aangeven)
Slide 31 - Slide
Stelling 1:
Seks is alleen leuk als beide partijen ervan kunnen genieten.
A
Eens
B
Oneens
Slide 32 - Quiz
Stelling 2:
Als iemand aangeeft zich niet comfortabel te voelen bij bepaalde handelingen, moet de ander er direct mee stoppen.
A
Eens
B
Oneens
Slide 33 - Quiz
Stelling 3:
Zeggen dat je iets niet fijn vindt, kan best moeilijk zijn.
A
Eens
B
Oneens
Slide 34 - Quiz
Stelling 4:
Het meisje in het filmpje heeft duidelijk aangegeven dat ze niet verder wilde gaan.
A
Eens
B
Oneens
C
Niet mee eens, niet mee oneens
Slide 35 - Quiz
Stelling 5:
Praten over elkaars grenzen bij seks is belangrijk om het leuk te hebben met elkaar.
A
Helemaal mee eens
B
Niet mee eens, niet mee oneens
C
Helemaal mee oneens
Slide 36 - Quiz
More lessons like this
Thema 2 B4 Zwanger
October 2022
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Bs 4 Zwanger
November 2022
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Th2 BS4: Zwanger
November 2022
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Thema 2 B4 Zwanger
November 2024
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Thema 2 B4 Zwanger
November 2019
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Basisstof 4
September 2024
- Lesson with
21 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4.1 dl2 + 4.2 Vorming geslachtscellen
May 2023
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Quiz 3H Voortplanting en seksualiteit
January 2025
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4