herhaling voegwoorden

• NT2
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

herhaling voegwoorden

Ik kom wel, ... ik kan niet lang blijven.

1. en
2. of
3. maar
4. want

Ik drink geen koffie, ... daar krijg ik buikpijn van.

1. en
2. of
3. maar
4. want

Jean ... Peter gaan naar school.

1. en
2. of
3. maar
4. want

Heb je zin in chocolademelk ... wil je liever een kop thee?

1. en
2. of
3. maar
4. want

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Maak van 2 zinnen 1 zin:
Er is geen les. De docent is ziek.

Maak van 2 zinnen 1 zin:
Iedereen gaat naar huis. Het is vijf uur.

Maak van 2 zinnen 1 zin:
We waren blij. We mochten naar huis.

... maandag heb ik hem niet meer gezien.

1. toen
2. als
3. sinds

... er brand uitbreekt, kunt u geen gebruik maken van de lift.

1. toen
2. als
3. sinds

... het mist, moet je voorzichtig en langzaam rijden.

1. toen
2. als
3. sinds

Hij gaat de hele dag vissen, ... zijn vrouw jarig is.

1. terwijl
2. toen
3. of
4. zodra

Ik zal mijn schulden terugbetalen, ... ik weer geld heb.

1. terwijl
2. toen
3. of
4. zodra

... Carla zich opmaakt, zit Jan naar haar te kijken.

1. terwijl
2. toen
3. of
4. zodra

Maak een zin met 'omdat'