IBO 12 deel 3

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

IBO 12: Ondersteunende dienstverlenende 
werkzaamheden uitvoeren
IBO 12: Ondersteunende, dienstverlenende werkzaamheden uitvoeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • De vorige les......
  • Presentaties
  • Vlogs
  • 12: Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Leskaarten 12.3
  • ?
  • Activiteit

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je zorgen
voor een goede hygiëne?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hygiënisch werken
Hygiëne is belangrijk om gezond te blijven en ons goed te voelen. Het is voor jezelf, maar ook voor anderen prettig wanneer je schoon en fris ruikt. Hygiëne betekent dat je je lichaam netjes en de omgeving schoon houdt. Door hygiënisch te werken voorkom je dat micro- organismen kunnen groeien. Van slechte micro- organismen kun je ziek worden. 

Als jijzelf en de omgeving schoon zijn, dan is er minder kans op micro- organismen. Dit is natuurlijk extra belangrijk voor mensen met weinig weerstand, zoals kinderen, ouderen en mensen die ziek zijn. Hygiëne is dan extra belangrijk. Je wilt voorkomen dat infecties of ziektes worden overgedragen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Presentaties
1.  Jermaine: Columbus

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Van beroepsopdracht 12 leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie of bij particulieren ter ondersteuning van werken en wonen. De assistent dienstverlening staat klanten/gebruikers van objecten/cliënten en/of gasten te woord, vraagt wat ze willen en verstrekt eenvoudige standaard informatie.
Je richt je op de behoeften en verwachtingen van de cliënt en volgt instructies en procedures op.

Deze beroepsopdracht gaat vooral over de ondersteunende taken die horen bij ondersteunende dienstverlenende taken in woon- en leefomgeving. Dit kan werk zijn bij iemand thuis, maar ook bij een instelling.
Ondersteunde taken kunnen we verdelen in ADL en HDL.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze les...
  • Ik weet wat lichamelijke zorg inhoud;
  • Ik weet hoe ik cliënten het gezicht kan wassen;
  • Ik weet hoe ik bedden op kan maken;
  • Ik weet hoe ik een luier kan verschonen;
  • Ik weet hoe ik cliënten de nagels kan lakken;
  • Ik weet hoe ik cliënten de haren kan kammen.


Slide 9 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Lichamelijke zorg:
Als assistent Dienstverlening mag je nog geen mensen douchen of naar het toilet helpen. 
Als je in een kinderdagverblijf stage loopt kan het zijn dat je wel eens een luier moet verschonen. 
Wellicht heb je toch al met zorgtaken te maken op je stage. 


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gezicht wassen
  • Verzamel de materialen die je nodig hebt
  • Was je handen
  • Haal de haren uit het gezicht en zet een bril af
  • Maak het gezicht nat met een washandje met lauw water
  • Gebruik waslotion die geschikt is voor het gezicht
  • Was het gezicht, de ogen, de oren en de oorschelp
  • Let op dat er geen prikkende zeep in de ogen komt
  • Spoel alle zeep goed af
  • Dep het gezicht droog met een zachte handdoek. Begin met de ogen. 
  • Breng nog eventueel crème aan 
- Blijf steeds letten op de reactie van de zorgvrager.  - Vraag of alles goed is.
- Heb bewust aandacht voor de zorgvrager, maak een praatje

Slide 11 - Slide

Kring maken, tweetal in het midden
Jas aantrekken
Je kunt collega's assisteren bij het aankleden van zorgvragers. Je assisteert bij het aan- en uittrekken van een pyjama of jas bijvoorbeeld. Sommige zorgvragers hebben een goede en minder goede arm, bijvoorbeeld door verlamming. Bij het aankleden van een jas begin je met de 'minder goede' arm. Bij het uitkleden begin je met de 'goede' arm. Maak tijdens het aankleden een praatje. Stimuleer de zorgvrager om zoveel mogelijk zelf te doen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Luier verschonen
Je assisteert ervaren collega's bij het verschonen van baby's. Baby's moeten regelmatig verschoond worden. Hoe vaak een baby verschoond moet worden is afhankelijk van de baby. Controleer de luier ongeveer om de twee of drie uur. Bij het verschonen van de baby mag hij nooit alleen op een aankleedkussen gelegd worden. Een baby moet verschoon worden:
  • Als de luier vies ruikt;
  • Als de luier nat of zwaar aanvoelt;
  • Als het kind gaat slapen of net wakker is.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Bed opmaken
Sommige zorgvragers liggen een groot gedeelte van de dag op bed. Het bed moet daarom veilig, fris en comfortabel zijn. Een bed in een instelling is in hoogte verstelbaar. Een zorgvrager kan het bed zelf in hoogte verstellen. 

Jij moet als assistent goed en veilig kunnen werken. Dit kun je doen door het bed op de juiste werkhoogte te zetten. Dit is op heuphoogte. Waarom is dit belangrijk?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bed opmaken
Ieder bed is anders. Bij veel bedden liggen de volgende onderdelen op het bed:

  • Matras
  • Matrashoes
  • Een zeiltje wanneer iemand zijn urine of ontlasting niet kan ophouden
  • Onderlaken
  • Een dekbed of bovenlaken
  • Deken
  • Een kussen met sloop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan bed opmaken
Bij het opmaken van een bed heb je een wasmand en een stoel nodig. Je stopt de vuile was in de wasmand. Je legt het schone beddengoed en het kussen op de stoel. Dan kun je beginnen met het opmaken van het bed. 
  1. Je start bij het hoofdeinde met het instoppen van het onderlaken. Zorg ervoor dat dit strak ligt. Plooien kunnen gaan irriteren.
  2. Je legt daarop het bovenlaken en de deken.
  3. Stop het kussen in een schone sloop.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

To do:
Maak Paragraaf 12.3
Opdracht 26 tot en met 30 hoeven niet!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions