Theorie stripverhalen (APO beroepsproduct)

Theorie stripverhalen 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Theorie stripverhalen 

Slide 1 - Slide

Ken je stripverhalen die gaan over de geschiedenis?

Slide 2 - Mind map

Stripverhalen en geschiedenis
  • Stripverhalen en geschiedenis zijn een combinatie die vaak gebruikt worden. 
  • Vaak wordt er wel getwijfeld hoe nuttig een stripverhaal kan zijn,  want stripverhalen zijn ook de plek waar veel fantasie komt.
  • Vaak kan je wel iets leren van stripboeken met een geschiedenisthema, alleen moet je wel daar goed naar leren kijken. 
  • Wat je moet leren is onderscheid maken tussen de informatie wat echt nep is en wat wél waar is.

Slide 3 - Slide

Een stripfragment zegt meer dan 1000 woorden. 
Context afbeelding: Franse soldaten komen in de Bataafse tijd naar Nederland voor een nieuw uniform.

Slide 4 - Slide

Klopt dat dan altijd?
  • Nee, het zal niet zoals op het plaatje zijn geweest dat de Fransen in rijen langs elkaar afliepen. Of dat ze uniformen vroegen voor vogelverschrikkers.

  • Ja, het geeft ongeveer een juist beeld dat Franse soldaten rond 1795 naar Nederland kwamen met oude kledij om vervolgens nieuwe uniformen te krijgen en  terug naar Frankrijk gaan.

Slide 5 - Slide

Beeldvorming door stripverhalen

  • Stripverhalen combineren beelden en tekst, wat het verhaal versterkt. De kleurrijke illustraties en boeiende verhalen maken het aantrekkelijk voor lezers om te lezen.  De tekeningen geven direct een beeld wat de tekst zegt. Door humor worden stripverhalen vaak een heel stuk leuker.

  • Misschien klopt het niet altijd volledig wat de strip laat zien. Maar het geeft je vaak wel al een goed beeld, alleen moet jij als lezer leren kritisch kijken en de fouten/grapjes eruit halen .

Slide 6 - Slide

Schildpadtactiek werd ook vaak door de Romeinen toegepast.
De tekeningen helpen je bij een goed  beeld te vormen (bv. Gallisch dorp).
Juist beeld vormen door stripverhalen

Slide 7 - Slide

Begrippen (deze moet je begrijpen)
  1. Anachronisme;
  2. Betrouwbaarheid;
  3. Perspectieven;
  4. Periodisering.

Slide 8 - Slide

Anachronisme
  • Anachronisme verwijst naar het plaatsen van iets buiten zijn gebruikelijke tijdscontext. 

  • In stripverhalen kunnen we anachronismen tegenkomen wanneer moderne ideeën, voorwerpen of taalgebruik worden toegepast op historische situaties. 

Slide 9 - Slide

Anachronisme
  • Bijvoorbeeld, stel je voor dat je een raket in een middeleeuws verhaal ziet. Dat zou een anachronisme zijn. Of een smartphone bij de Egyptenaren, dat is ook een anachronisme. 
  • Het herkennen van anachronismen helpt ons kritisch te denken over de nauwkeurigheid van de weergave van historische feiten in de strips.

Slide 10 - Slide

Anachronisme
  • Dit plaatje is een voorbeeld van een anachronisme. Dit is een scene uit de film Troy (film over oude Grieken) .
  • Op de achtergrond zie je een vliegtuig overvliegen, dat hoort natuurlijk niet thuis in de tijd van de Grieken.
  • Dit is een anachronisme dus!

Slide 11 - Slide

Herken jij in alle 5 plaatjes het anachronisme? (zie antwoorden einde presentatie)

Slide 12 - Slide

Betrouwbaarheid
  • Net als bij andere bronnen is het belangrijk om na te gaan of een stripverhaal betrouwbaar is. 
  • Wie is de auteur? Welke bronnen zijn gebruikt? Zijn er historische feitelijke onjuistheden? 
  • Kritisch nadenken over de betrouwbaarheid van stripverhalen helpt ons bij het vormen van een nauwkeurig beeld van het verleden.

Slide 13 - Slide

Betrouwbaarheid
Voorbeeld vragen die helpen bij het zoeken naar betrouwbaarheid:

  • Eerdere werken: Bekijk eerdere werken van de auteur/schrijver om een idee te krijgen van hun aanpak en mogelijkheden tot historische nauwkeurigheid.
  • Doel van het stripverhaal: Is het bedoeld als educatief, informatief, grappig, of heeft het een andere intentie?
  • Nauwkeurigheid van afbeeldingen: Let op de details in de stripverhalen. Horen de kostuums, architectuur en andere getekende voorwerpen bij de tijd waarin het zich afspeelt?


Slide 14 - Slide

Betrouwbaarheid
  • Een stripverhaal wat is gebaseerd op een dagboek of een ander historisch boek zijn vaak betrouwbaar.
  •  Een ooggetuige heeft dan de situatie gezien en daar verslag over gedaan/over geschreven.

Slide 15 - Slide

Vier vragen die je kan stellen bij betrouwbaarheid.

Slide 16 - Slide

Perspectieven
  • Perspectieven verwijzen naar het oogpunt van waaruit een verhaal wordt verteld. Elke stripauteur (schrijver) heeft zijn eigen perspectief(kijk) en maakt keuzes over welke gebeurtenissen te benadrukken en hoe ze te presenteren. 
  • Het begrijpen van verschillende perspectieven helpt ons in te zien dat geschiedenis op verschillende manieren kan worden verteld, afhankelijk van wie het verhaal vertelt.

Slide 17 - Slide

Perspectieven
  • Bij perspectieven kan je ook denken aan POV (Point Of View). Het is de manier waarop iemand een verhaal vertelt of naar een situatie kijkt. Asterix en Obelix is bijvoorbeeld vaak uit het perspectief van de Galliërs.

Slide 18 - Slide

Periodisering
  • Periodisering houdt in dat we de geschiedenis opdelen in verschillende periodes om deze beter te begrijpen. In stripverhalen kan dit zichtbaar zijn door de manier waarop bepaalde tijdvakken of historische gebeurtenissen worden gepresenteerd. 
  • We kunnen bijvoorbeeld zien hoe de Grieken anders worden weergegeven dan de Romeinen. Het herkennen van periodisering helpt ons om de tijd in te delen en verhalen te plaatsen.
  • Bij periodisering hoort ook het herkennen wanneer een verhaal zich afspeelt.



Slide 19 - Slide

Waar zou jij dit stripfragment periodiseren?

Slide 20 - Slide

Waar zou jij dit stripfragment periodiseren?

Slide 21 - Slide

Snap jij hier het historische grapje?

Slide 22 - Slide

Een anachronisme is een gebeurtenis of voorwerp plaatsen in een tijd waar deze niet thuishoort (zoals een smartphone in de Middeleeuwen)
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Een perspectief is...
A
een lange buis die gebruikt wordt om boven water te kijken in onderzeeërs.
B
Het gezichtspunt van waar de schrijver/auteur kijkt naar een verhaal.
C
een historisch feit dat een verhaal ondersteunt.

Slide 24 - Quiz

Wat is een perspectief in stripverhalen?
A
Uit wiens ogen je kijkt
B
tijdsprongen
C
beschrijving plaats
D
citaat van iemand anders

Slide 25 - Quiz

Uit welk perspectief wordt er vaak verteld in een Suske en Wiske stripverhaal?
A
De schrijver
B
Suske en Wiske
C
Vrienden van Suske en Wiske
D
Het historisch perspectief

Slide 26 - Quiz

Is het dagboek van Anne Frank wel of niet betrouwbaar over de Jodenvervolging? En waarom?
A
Niet betrouwbaar: niet uit de tijd zelf
B
betrouwbaar: uit de tijd zelf
C
Niet betrouwbaar: erg subjectief
D
betrouwbaar: in dagboek echte gedachten

Slide 27 - Quiz

Welke historische stripverhaal zou het MINST betrouwbaar zijn.
A
Een stripverhaal wat is geschreven en getekend door een historicus.
B
Een stripverhaal dat is geschreven door een 10-jarige die al 3 jaar geschiedenis heeft gehad.
C
Een stripverhaal dat is geschreven door een 13-jarige die geen geschiedenis heeft gehad en geen bronnen gebruikt.
D
Een stripverhaal wat door AI is gemaakt.

Slide 28 - Quiz

Welke historische stripverhaal zou het MEEST betrouwbaar zijn.
A
Een stripverhaal wat is geschreven en getekend door een historicus.
B
Een stripverhaal dat is geschreven door een 10-jarige die al 3 jaar geschiedenis heeft gehad.
C
Een stripverhaal dat is geschreven door een 13-jarige die geen geschiedenis heeft gehad en geen bronnen gebruikt.
D
Een stripverhaal wat door AI is gemaakt.

Slide 29 - Quiz

Herken jij in alle 5 plaatjes het anachronisme?
  1. Vikingen deden nog niet aan golf.
  2. In de prehistorie (Flinstones) hadden ze geen auto's.
  3. Jagers en boeren, Romeinen en Middeleeuwse ridders kwamen niet tegelijk voor.
  4. Een dino en een mens hebben nooit tegelijk geleefd.
  5. Oermensen leefde niet in dorpen.

Slide 30 - Slide