M2H - Fictie - start - par. 3

M2H - Nederlands - periode 4
Fictie paragraaf 3: tijd
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

M2H - Nederlands - periode 4
Fictie paragraaf 3: tijd

Slide 1 - Slide

M2 - Nederlands - Fictie: personages en perspectief

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Programma

1. Terugblik
2. Leerdoelen
3. Tijd
4. Zelfstandig werken
5. Check leerdoelen
6. Blooket?

Slide 5 - Slide

Terugblik

Slide 6 - Slide

Noem twee dingen waaraan je een hoofdpersonage herkent.

Slide 7 - Open question

Leg uit wat het verschil is tussen inleven en meeleven met een personage.

Slide 8 - Open question

Leerdoelen
5. Ik kan uitleggen wat 'chronologisch' betekent.
6. Ik kan uitleggen wat het vertelheden is.
7. Ik kan uitleggen wat tijdsprongen vooruit en achteruit zijn.




Pak je schrift erbij en neem de leerdoelen over in je schrift. 

Slide 9 - Slide

Tijd

Een verhaal vindt plaats in een bepaalde tijd.

Die tijd noemen we het vertelheden.
Heden = nu.

Soms is die tijd heel duidelijk en precies, soms niet.

Slide 10 - Slide

Tijd

Als het verhaal wordt verteld in de volgorde dat het gebeurd is, noemen we dat chronologisch.

Vaak wordt een verhaal niet chronologisch  verteld.


Slide 11 - Slide

Tijd

Vaak worden er in een verhaal tijdsprongen gemaakt. Dit zorgt voor spanning in het verhaal.

- Tijdsprong vooruit.
- Tijdsprong achteruit = flashback.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
1. Ga naar blz. 71 in je boek.
2. We lezen samen tekst 1.
3. Daarna maak je opdracht 1 en 2.

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Check leerdoelen
5. Ik kan uitleggen wat 'chronologisch' betekent.
6. Ik kan uitleggen wat het vertelheden is.
7. Ik kan uitleggen wat tijdsprongen vooruit en achteruit zijn.





Slide 14 - Slide

Denk aan een recent boek dat je hebt gelezen of dat je aan het lezen bent. Leef jij mee met het hoofdpersonage?

Slide 15 - Open question

Denk aan een recent boek dat je hebt gelezen of dat je aan het lezen bent. Welk perspectief wordt in dit boek gebruikt?

Slide 16 - Open question

Denk aan een recent boek dat je hebt gelezen of dat je aan het lezen bent. Wordt het verhaal chronologisch verteld? Leg uit.

Slide 17 - Open question

Fragment
Titel: 'Het meisje met de vlechtjes'
Auteur: Wilma Geldof
Gepubliceerd: 1995
Genre: oorlogsverhaal

Slide 18 - Slide

Check leerdoelen
3. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen inleven en meeleven met een personage.
4. Ik kan uitleggen wat de volgende perspectieven zijn in een verhaal:
- ik-perspectief;
- hij/zij-perspectief;
- wisselend-perspectief.


Slide 19 - Slide

Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld?

Slide 20 - Open question

Morgen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Morgen
In twee groepen:
- theorie in boek afmaken
- lezen in leesboek
- onder begeleiding schrijven

Slide 23 - Slide