Th 6 les 3/4

Blok 6      ~     Les 3 en 4     (blz 88/89)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Blok 6      ~     Les 3 en 4     (blz 88/89)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
– Breuken aanvullen tot 1
– Breuken als deel van een hoeveelheid
– Prijs berekenen met behulp van breuken
– Schaalverdeling tekenen in peilglazen

Slide 2 - Slide

Ik vind breuken...
Leuk, kom maar op!
Moeilijk
Breuken, wat zijn dat?
Zei er iemand pizza?
Ik haat breuken!

Slide 3 - Poll

Breuken
Een breuk is een deel van
het geheel
1   = teller            1 stukje van de 6
6  = noemer
Belangrijk: uit hoeveel stukjes DIE EVEN GROOT ZIJN bestaat het geheel?

Slide 4 - Slide

Uit hoeveel delen bestaat het geheel, en hoeveel van die delen er uit zijn gehaald?
De hele taart/ pizza/ kaas/ reep/ peilglas zijn alle stukjes van alle stukjes.
Dus boven en onder de streep staat hetzelfde getal:
1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  14  28
1  2  3  4  5  6  7  8  9  10  14  28

Slide 5 - Slide

Hoe noem je deze breuk?

A
kwart of 1/4
B
half of 1/2
C
driekwart of 3/4
D
hele of 4/4

Slide 6 - Quiz

Welke breuk is dit?

A
1/5
B
5/1
C
1/6
D
6/1

Slide 7 - Quiz

Wat moet er bij om 1 hele te maken?
A
6/6
B
5/5
C
1/6
D
5/6

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je deze breuk?
A
kwart of 1/4
B
half of 1/2
C
driekwart of 3/4
D
hele of 4/4

Slide 9 - Quiz

Welk deel is wit?
A
kwart of 1/4
B
half of 1/2
C
driekwart of 3/4
D
hele of 4/4

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je een half (of de helft)
als breuk?
A
1
B
1/2
C
1/3
D
2/4

Slide 11 - Quiz

Wat moet er bij een half/de helft om een hele te krijgen?
A
1/1
B
2/1
C
1/2
D
3/4

Slide 12 - Quiz

Welke breuk hoort bij de oranje stukjes?
A
1/9
B
5/9
C
1/10
D
4/10

Slide 13 - Quiz

Wat moet er bij om een hele te maken?
A
5/9
B
9/9
C
4/4
D
4/9

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je deze breuk?
A
1/6
B
5/8
C
5/7
D
2/7

Slide 15 - Quiz

Welke breuk moet er bij om samen 1 hele te maken?
A
5/7
B
2/7
C
7/5
D
5/8

Slide 16 - Quiz

Welke breuk hoort bij het
stukje pizza?
A
3/1
B
3/3
C
1/4
D
1/3

Slide 17 - Quiz

Hoeveel pizza is al op?
A
1/1
B
2/3
C
3/2
D
1/3

Slide 18 - Quiz

opdracht 1
a. Uit hoeveel delen bestaat
     het peilglas?
b. hoeveel liter kan erin?
c. hoeveel liter is elk streepje?
ijsthee   a. 4 delen
                 b. 16 liter
                 c. 16 : 4 = 

Slide 19 - Slide

3
Een volle tank is 30 liter.
1/5 deel van 30 l = 30 : 5 = 6 l            1/6 deel van 30 l = 30 : 6 = .... l
2/5 deel van 30 l = 1/5 + 1/5 = .... l   5/6 deel van 30 l = 5 x 1/6 =
                            2 x 1/5 = 2x 6 l = .... l                                          5 x .... l = ... l

Slide 20 - Slide



Kijk naar het gevulde deel van het pak. In hoeveel delen kun je het pak verdelen? Hoeveel liter is elk deel?
1 l = 10 dl dus --> 2 l = 20 dl

Slide 21 - Slide

Ik begrijp nu meer van breuken
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik vond deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

les 4 boek blz 89




een volle tank is 40 l   1/2 deel is 40 : 2 = .... l
                                             1/4 deel is 40 : 4 = .... l
3/4 deel is 3 x 1/4 deel = 3 x .... l = .... l

Slide 24 - Slide





1/2 l kost € 2,-                     1/4 kg kost € 3,-              3/5 m kost € 1,20
1 l is 2 x 1/2                           1 kg is .... x 1/4                  3/5 is 1/5+1/5+1/5 
2 x € 2,- = €                           .......x € 3,- = €                  1/5 kost € 1,20 : 5 

Slide 25 - Slide




Kijk aan de linkerkant hoeveel kinderen elke sport doen .

Slide 26 - Slide

Ben je klaar?
Maak les 3 en 4 in je werkschrift op blz 53

Slide 27 - Slide