Werkblad les 4 Diervoeding

Werkblad les 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkblad les 4

Slide 1 - Slide

Water
Mineralen
Eiwit
Vet
Koolhydraten
Transport van voedingsstoffen en afvalstoffen
Onmisbaar en soms in grote hoeveelheden giftig
Bouwstof voor DNA, cellen en weefsels
Energieleverancier voor het lichaam
Noodzakelijk voor planteneters en levert energie

Slide 2 - Drag question

Welke functie heeft water NIET?
A
Vervoeren afvalstoffen
B
Bouwstof voor alle cellen
C
Leveren van energie
D
Oplosmiddel voor mineralen en vitaminen

Slide 3 - Quiz

Noem 6 voorbeelden van situaties waarin dieren meer water nodig hebben dan normaal.

Slide 4 - Open question

Wat is de functie van eiwitten?
A
Oplosmiddel voor vitaminen en mineralen
B
Bouwstof van het lichaam
C
Opslag van vetten
D
Vervoeren van afvalstoffen

Slide 5 - Quiz

Waar zijn eiwitten uit opgebouwd?
A
Aminozuren
B
Suikers
C
Vetten
D
Mineralen

Slide 6 - Quiz

Waarom gebruiken mensen die vegetariërs zijn vaak peulvruchten?

Slide 7 - Open question

Waarom moeten vegetariers (mensen en dieren) een veel uitgebreider menu hebben dan vleeseters?

Slide 8 - Open question

Essentiële aminozuren MOETEN in de voeding zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke aminozuren?

Slide 10 - Open question

Een kippeneiwit heeft een hogere biologische waarde dan een graaneiwit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Waar hangt de biologische waarde van een eiwit van af?

Slide 12 - Open question

Welke voedingsstof is net als vet een oplosmiddel voor vitaminen?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Mineralen
D
Water

Slide 13 - Quiz

Welke vitaminen zijn oplosbaar in vet?
A
B en C
B
A, D, E en K
C
A, B en C
D
D, C, B en K

Slide 14 - Quiz

Welke vitamine kan in de huid worden aangemaakt onder invloed van zonlicht?
A
A
B
C
C
D
D
K

Slide 15 - Quiz

Een tekort aan Vitamine B kan leiden tot?
A
Zwakke spieren
B
Verminderde vruchtbaarheid
C
Bloedarmoede en huidontstekingen
D
Vergroeiingen

Slide 16 - Quiz

Welke vitamine helpt infectieziektes voorkomen?
A
A
B
B
C
C
D
K

Slide 17 - Quiz

Welke diersoort is extra gevoelig voor een tekort aan vitamine K?
A
Honden
B
Knaagdieren
C
Pluimvee
D
Paarden

Slide 18 - Quiz

Vitamine D is essentieel voor?
A
De opname van calcium en fosfor
B
Een goede spieropbouw
C
Het voorkomen van bloedarmoede
D
Het reguleren van de stofwisseling

Slide 19 - Quiz

Wat kan een tekort aan vitamine D veroorzaken?
A
Verminderde vruchtbaarheid
B
Huidproblemen
C
Spijsverteringsproblemen
D
Botafwijkingen

Slide 20 - Quiz

Waarom hebben jonge dieren meer vitamine D nodig dan oudere dieren?

Slide 21 - Open question