This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
De Ontdekkingsreizigers
Quiz
Slide 1 - Slide
Naar welke zeeroute waren de kooplieden uit Europa op zoek?
A
de zeeroute naar Afrika
B
de zeeroute naar Amerika
C
de zeeroute naar Azië
D
de zeeroute naar Turkije
Slide 2 - Quiz
Waardoor durfden mensen verder de zee op te gaan?
Er zijn twee goede antwoorden!!!!
A
Doordat ze leerden met een kompas om te gaan
B
omdat de kerk zei dat het mocht
C
omdat ze betere schepen bouwden
Slide 3 - Quiz
Vul in:
Willem Barentsz was een Nederlandse .......
A
noordpool
B
walvis
C
koopman
D
ontdekkingsreiziger
Slide 4 - Quiz
Vul in:
Hij (Willem Barentsz) probeerde via het noorden een nieuwe zeeroute naar ..... te vinden
A
Turkije
B
Afrika
C
Amerika
D
Azië
Slide 5 - Quiz
Vul in:
Bij ........... zag hij veel walvissen.
A
de Noordpool
B
zeehondenjacht
C
Amerika
D
Turkije
Slide 6 - Quiz
Vul in:
Dat vertelde hij aan ..........
A
Schippers
B
Kooplieden
C
de Koning
D
Ontdekkingsreizigers
Slide 7 - Quiz
Vul in:
Hierdoor kwam er een ....... , waarmee ze veel geld verdienden
A
Ontdekkingsreis
B
zeehondenjacht
C
walvisvaart
D
een leuke wandeling
Slide 8 - Quiz
Met welke gevaren konden de zeevaarders onderweg te maken krijgen?
A
Haaruitval
B
honger en dorst
Slide 9 - Quiz
Met welke gevaren konden de zeevaarders onderweg te maken krijgen?
A
Motorpech
B
piraten
Slide 10 - Quiz
Met welke gevaren konden de zeevaarders onderweg te maken krijgen?
A
Scheurbuik
B
Stroomstoring
Slide 11 - Quiz
Met welke gevaren konden de zeevaarders onderweg te maken krijgen?
A
Windstilte
B
zoet water
Slide 12 - Quiz
Waar of niet waar?
Cornelis de Houtman gebruikte als eerste Europeaan het kompas
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Waar of niet waar?
Cornelis de Houtman had de zeekaarten die stiekem waren nagemaakt.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Waar of niet waar?
Cornelis de Houtman kocht in Azië de beste zeekaarten die er waren.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Waar of niet waar?
De zeekaarten stonden vol geheime informatie van de portugezen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Welke producten waren bekend voor de Spanjaarden?
A
aardappels
B
geweren
C
paarden
D
cacao
Slide 17 - Quiz
Welke producten waren bekend voor de Spanjaarden?
A
kanonnen
B
Mais
C
tomaten
D
wielen
Slide 18 - Quiz
Welk woord past in de zin?
De Spanjaarden/ indianen legden plantages aan waar ze suikerriet, cacao, katoen en tabak verbouwden.
A
Spanjaarden
B
Indianen
Slide 19 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Ze (de spanjaarden) zochten naar steenkolen/ goud en zilver in de mijnen.
A
steenkolen
B
goud en zilver
Slide 20 - Quiz
Welk woord past in de zin?
De Spanjaarden lieten de indianen de administratie/ het zware werk doen.
A
de administratie
B
het zware werk
Slide 21 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Ze (de Spanjaarden) dwongen de indianen om heiden/ christen te worden.
A
heiden
B
christen
Slide 22 - Quiz
Toen de Spanjaarden in Amerika kwamen, stierven veel indianen. Niet alleen doordat ze gedood werden door de Spanjaarden met hun wapens. Waardoor nog meer?
A
aardappels
B
Spaans eten
C
pokken, mazelen of de griep
D
suiker
Slide 23 - Quiz
Hoe kun je erachter komen hoe de ontdekkingsreizigers aan eten en drinken kwamen onderweg?
A
Door bronnen te bekijken over het onderwerp.
B
Door op een kaart aan te geven waar ze naar toe voeren.
C
Door zelf goed na te denken wat de mogelijkheden zouden kunnen zijn.