7.3 Ecosystemen

7.3 Ecosystemen
- Wat weet je al?
- Uitleg 7.3 deel 1
- Opdrachten maken

Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

7.3 Ecosystemen
- Wat weet je al?
- Uitleg 7.3 deel 1
- Opdrachten maken

Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.

Slide 1 - Slide

Wat is een ecosysteem?
En wat voor 'voedselrelaties' zijn er binnen een ecosysteem?

Slide 2 - Slide

Voedselketen geeft voedselrelaties weer.
Start bij planten (door planteneters).

Pijl: energiestroom = richting energie/voedingsstoffen. Dus van (op)gegeten organisme naar eter.

Bevat soortnamen (bv. niet blad/plant, maar kropsla)

Slide 3 - Slide

Autotroof
organisch uit anorganisch maken 
Heterotroof
organisch opnemen ipv maken
/bacteriën

Slide 4 - Slide

(koolstof)assimilatie/dissimilatie
Assimilatie = opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen.
(ook bv. glucose --> zetmeel)
Kost energie!

Dissimilatie = afbraak
van organische moleculen
Komt energie vrij!
(assimilatie)
(dissimilatie)

Slide 5 - Slide

Autotroof
Producenten 
anorganisch > organisch met
fotosynthese

Heterotroof
Consumenten 
voedsel met organische stoffen

Reducenten (bacteriën/schimmels)
dood materiaal --> anorganisch

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voedselketen (reeks populaties)
Elke schakel = trofisch niveau 

Voedselweb (geheel van voedselrelaties in levensgemeenschap (meerdere voedselketens door elkaar)

Slide 8 - Slide






Trofisch niveau
1e = autotroof 
2e = consumenten eerste orde 
3e = consumenten tweede orde 
4e = consumenten derde orde
etc.
.





Eerste orde consument = organisme dat planten eet
Tweede orde consument = organisme dat dieren eet

Slide 9 - Slide

7.3 Ecosysteem
Maken opdr. 15 en 16

(Nog opdrachten van 7.2 bespreken?)
Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.



Eerste 10 min. in stilte!

Slide 10 - Slide

7.3 Ecosystemen
- Wat weet je al?
- Uitleg 7.3 deel 2
- Opdrachten maken
- Leerdoelencheck
Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.

Slide 11 - Slide

- Noem één diersoort uit het voedselweb dat tot het 2e trofisch niveau behoort.

- Kan een vleeseter bij de consument van de 1e orde horen?

- Wat voor organismen zijn producenten?

- Is verbranding van glucose assimmilatie of dissimilatie?

Slide 12 - Slide

Ecologische piramide


Slide 13 - Slide

Vaak meer organismen in het lagere trofisch niveau.
Biomassa = totale gewicht organische stoffen (als energiebron).
(Bijna altijd piramidevorm)

Slide 14 - Slide

Waarom steeds minder biomassa (energie) ?
  • verbranding
  • onverteerd
  • sterfte 
/dissimilatie

Slide 15 - Slide

7.3 Ecosysteem
Maken opdr. 15 t/m 20 en 22

(Nog opdrachten van 7.2 bespreken?)


Leerdoelen
7.3.1 Je kunt de voedselrelaties binnen een ecosysteem beschrijven.
7.3.2 Je kunt de energiestromen door een ecosysteem beschrijven.

Eerste 10 min. in stilte!



                       Laatste 10 min.: leerdoelencheck!

Slide 16 - Slide


Lees de tekst ‘Koolstofkringloop’.

Welke van onderstaande stoffen zijn energierijk?


A
eiwitten, mineralen en vetten
B
koolhydraten, eiwitten en vetten
C
mineralen, koolstofdioxide en water
D
water, koolhydraten en eiwitten

Slide 17 - Quiz

Assimilatie
Dissimilatie
vorming van eiwitten uit glucose
vorming van vetten uit glucose
verbranding van glucose
vorming van glucose door fotosynthese

Slide 18 - Drag question


De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 19 - Quiz


Een leerling maakt een schema om een aantal processen in de koolstofkringloop weer te geven (zie de afbeelding). In de koolstofkringloop spelen reducenten een belangrijke rol.

Welke letter geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 20 - Quiz


Kijk naar de afbeelding.

Wat is organisme 2?


A
producent
B
consument van de eerste orde
C
consument van de tweede orde
D
consument van de derde orde

Slide 21 - Quiz


In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand.

Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 22 - Quiz

Sleep de juiste begrippen naar de juiste plek. 
(Elk organisme heeft twee begrippen)
Producent
Consument van de 1e orde
Consument van de 2e orde
Consument van de 3e orde
1e trofische niveau
2e trofische niveau
3e trofische niveau
4e trofische niveau

Slide 23 - Drag question

Producent
Consument
Reducent
Afvaleter
Anorganische stoffen

Slide 24 - Drag question