This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Ordenen
Slide 1 - Slide
Bs 2 Organismen ordenen
Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Doelen en doen
Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
Opgave 1, 4, 5 en 7
Na 10 minuten opgaven bespreken
timer
10:00
Slide 13 - Slide
Op basis van wat gaan we bij biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd
Slide 14 - Quiz
Noem de 4 rijken
Slide 15 - Open question
De slang is een gewerveld dier. Tot welke KLASSE hoort deze?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vissen
D
Zoogdieren
Slide 16 - Quiz
Een hond geeft zijn jongen melk, net zoals bij mensen, koeien, katten, apen, varkens, muizen, tijgers, olifanten, geiten enzovoorts. Welke KLASSE behoren deze dieren?
A
Warmbloedigen
B
Landdieren
C
Zoogdieren
D
meercelligen
Slide 17 - Quiz
Welk RIJK heeft deze eigenschappen: geen bladgroen-geen celkern-wel een celwand