Vraagwoorden

Vraagwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Vraagwoorden

Slide 1 - Slide


Welke vraagwoorden ken je in het Nederlands?
Dit is een open vraag.

Slide 2 - Open question

Aan het eind van deze les

  • kun je in het Engels vragen stellen m.b.v. zes vraagwoorden. 

Slide 3 - Slide

De 5 W's + H
Wie
Who
Vragen wie er wordt bedoeld
Wat
What
Vragen wat iets is
Waar
Where
Vragen naar een plaats
Wanneer 
When
Vragen naar een tijd
Waarom
Why
Vragen om een reden
Hoe
How
Vragen naar de manier waarop of gevoelens

Slide 4 - Slide


Schrijf een vraag op waarin je 1 van de 6 vraagwoorden gebruikt.
Dit is een open vraag.

Slide 5 - Open question

De 5 W's + H
Wie
Who
Vragen wie er wordt bedoeld
Wat
What
Vragen wat iets is
Waar
Where
Vragen naar een plaats
Wanneer 
When
Vragen naar een tijd
Waarom
Why
Vragen om een reden
Hoe
How
Vragen naar de manier waarop of gevoelens

Slide 6 - Slide


Vul het vraagwoord in.
... is my bike?
Dit is een open vraag.

Slide 7 - Open question


Vul het vraagwoord in.
... is your mum?
Dit is een open vraag.

Slide 8 - Open question


Vul het vraagwoord in.
... are those people?
Dit is een open vraag.

Slide 9 - Open question


Vul het vraagwoord in.
... are you angry?
Dit is een open vraag.

Slide 10 - Open question

Maken
Opdracht 4 + 5

Slide 11 - Slide


Welke vraagwoorden kun jij in het Engels benoemen? 
Schrijf ze op.
Dit is een open vraag.

Slide 12 - Open question