4 SCC-Ons voedsel

Ons voedsel
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ons voedsel

Slide 1 - Slide

- Wat is de oorsprong van ons voedsel?
- Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een
   voedingsstof?
- Welke voedingsstoffen bevatten ons voedsel?
- Wat is de functie van de verschillende voedingsstoffen?

Slide 2 - Slide

Wat is de oorsprong van ons voedsel?

Slide 3 - Slide

Waar wordt yoghurt
van gemaakt?

Slide 4 - Open question

Waar wordt brood
van gemaakt?

Slide 5 - Open question

Vul aan.
Mensen zijn ..... eters.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Wat heb je gisteren gegeten en gedronken? Noem 5 dingen.

Slide 8 - Open question

Van welk voedingsmiddel heb jij een verpakking op je bank?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Geef drie voedingsstoffen in je voedingsmiddel

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Energiewaarde van een koekje van 10g.
A
209.9 kJ
B
2099kJ
C
20990kJ

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Hoogste energiewaarde:
A
fruitsap
B
koekje

Slide 16 - Quiz

Welke energievorm zit in een koekje vervat?
A
kinetische energie
B
potentiële energie
C
thermische energie
D
chemische energie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

In welke twee groepen worden vetten opgedeeld?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Welke voedingsstof zit wel in fruitsap, niet in koekjes?
A
eiwitten
B
vetten
C
mineralen
D
vitaminen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Een andere naam voor proteïnen is ...
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Welke voedingsstof zit er zeer veel in fruitsap maar staat niet in de tabel?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Beide voedingsmiddelen bevatten het meest:
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
voedingsvezels
D
vetten

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Koolhydraten worden verder verdeeld in:
A
verzadigd en onverzadigd
B
natrium en magnesium
C
zetmeel en suiker
D
vitamine A en vitamine C

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Noem minstens twee functies van bouwstoffen. Antwoord met een zin!

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Voedingsstoffen die als bouwstof in het lichaam gebruikt worden zijn:
A
boter, eieren, melk, water, zout
B
eiwitten, vetten, water, mineralen

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Noem minstens twee functies van brandstoffen.

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Voedingsstoffen waar wij energie uit halen zijn:
A
eiwitten en mineralen
B
suikers, zetmeel en vetten

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Welke voedingsstof is geen beschermstof?
A
vitaminen
B
eiwitten
C
voedingsvezels
D
mineralen

Slide 41 - Quiz

Test jezelf

Slide 42 - Slide

Tijdens het sporten breek je je pols. Je drinkt veel melk want dit bevat veel kalk.
Het voedsel heeft hier de functie van ...
A
bouwstof
B
brandstof
C
beschermstof

Slide 43 - Quiz

Wannes (12j) is een gamer, Bert (12j) gaat iedere dag naar voetbaltraining.
Wie heeft de meeste BOUWSTOFFEN nodig?
A
Wannes
B
Bert
C
Beiden evenveel

Slide 44 - Quiz

Wannes (12j) is een gamer, Bert (12j) gaat iedere dag naar voetbaltraining.
Wie heeft de meeste BRANSTOFFEN nodig?
A
Wannes
B
Bert
C
Beiden evenveel

Slide 45 - Quiz

Je eet een koek tijdens de speeltijd om zo voldoende energie te hebben tot de middag.
Het voedsel heeft hier de functie van …

A
bouwstof
B
brandstof
C
beschermstof

Slide 46 - Quiz

Je had net buikgriep. Je eet veel groenten om snel weer te genezen.
Het voedsel heeft hier de functie van …

A
bouwstof
B
brandstof
C
beschermstof

Slide 47 - Quiz

Appelen zijn zeer gezond. Een dieet van alleen maar appelen is niet gezond. Hoe verklaar je dat?
Antwoord met een zin!

Slide 48 - Open question

Maak in je werkboek:
  • p. 153 a, b, c
  • p. 156 Je leest de tekst en je vult bij de tabel kolom 1, 2, en 3 aan. Kolom 4 moet je niet invullen.  

Slide 49 - Slide