BSR 15/5 2t Grammatica ZD §10 ZD Mixopdrachten

Maak de oefentoets alleen of in tweetallen. Om 09:30 uur gaan
we 'm bespreken. 

§10: Oefentoets, 
herhaling en verdieping
2TC
GRAMMATICA
ZINSDELEN
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maak de oefentoets alleen of in tweetallen. Om 09:30 uur gaan
we 'm bespreken. 

§10: Oefentoets, 
herhaling en verdieping
2TC
GRAMMATICA
ZINSDELEN

Slide 1 - Slide

  • Je kunt bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.
  • Je kunt pv, ow, wg, lv en mv in een zin vinden.
  • Je hebt in kaart welke zinsdelen je al beheerst (en welke nog iets minder).
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

In deze les:

  • Herhaling paragraaf 8;
  • de uitleg behandelen van
    paragraaf 10 (en hierbij aantekeningen maken);
  • opdrachten van paragraaf 10: ZD Mixopdrachten maken;
  • gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

§8: Bijwoordelijke bepaling
blz. 212-213

Slide 5 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft antwoord op vragen als:
Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Wanneer? Hoe? Van wie?

Bijvoorbeeld:
  • Op de markt hebben we een verse stroopwafel gekocht. Waar?
  • In verband met de drukte zal de NS extra treinen inzetten. Waarom?
  • De supermarkt sluit om tien uur ’s avonds. Wanneer?
  • Deze coverband komt uit Eindhoven. Waarvandaan?

Slide 6 - Slide

De bijwoordelijke
Soms zijn bijwoordelijke bepalingen niet zo makkelijk te vinden omdat je vragen als waar en wanneer niet kan stellen. Maar als je de zinnen op de juist manier ontleedt, blijven ze vanzelf over. 
Let op: soms bevat een zin geen bijwoordelijke bepaling, soms één, soms meer dan één.
bepaling (bwb)

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
We bespreken opdracht 4 van paragraaf 8 (blz. 213).

Slide 8 - Slide

Benoem het *zinsdeel*.

Fabian / kon / de bal / *heel gemakkelijk* / tegenhouden.

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 9 - Quiz

Benoem het *zinsdeel*.

*In verband met de sportdag* / vallen / vrijdag / de lessen / uit.

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 10 - Quiz

Benoem het *zinsdeel*.

Gisteren / heb / ik / tien euro / geleend / *aan mijn buurman*.

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 11 - Quiz

Benoem het *zinsdeel*.

Muriel heeft me *op mijn verjaardag* een tijdschrift gegeven.

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 12 - Quiz

Benoem het *zinsdeel*.

Verwelkomt *Nederland* jaarlijks miljoenen toeristen?

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 13 - Quiz

Benoem het *zinsdeel*.

Zullen we *jouw nieuwe game* samen uitproberen?

A
onderwerp (ow)
B
lijdend voorwerp (lv)
C
meewerkend voorwerp (mv)
D
bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 14 - Quiz

Wat?
Cursus 5.10 ZD Mixopdrachten.
Maak de opdrachten en bepaal voor jezelf op welke zinsdelen jij je nog moet focussen.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in je boek.
Tijd
Timer.
Klaar?
Verder in de online trainer of oefenen via de site (klik op de knop hiernaast).
timer
20:00
Aan het werk

Slide 15 - Slide

  • Je kunt bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.
  • Je kunt pv, ow, wg, lv en mv in een zin vinden.
  • Je hebt in kaart welke zinsdelen je al beheerst (en welke nog iets minder).
Lesdoelen

Slide 16 - Slide

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 17 - Slide

Tienduizenden kappers in Nederland / vegen / dagelijks /
enorme bergen haar / op.
Benoem het zinsdeel *Tienduizenden kappers in Nederland*.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 18 - Drag question

Per dag worden 165 duizend auto’s geproduceerd.
Benoem het zinsdeel *worden geproduceerd*.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 19 - Drag question

Vanwege werkzaamheden aan het spoor / biedt / de NS /
de reizigers / vervangend vervoer / aan.
Benoem het zinsdeel *de reizigers*.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 20 - Drag question

Het gebrul van een tijger / kun / je / tot drie kilometer verderop / horen.
Benoem het zinsdeel *tot drie kilometer verderop*.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Drag question

Ontleed de zin in de volgende volgorde: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
Let op: niet ieder zinsdeel hoeft in de zin te zinnen.

''Mogelijk vervangt mevrouw Scheper haar zieke collega
de komende maand.''
timer
4:00

Slide 22 - Open question

Hoe kun je een bijwoordelijke bepaling in een zin vinden? Leg uit in je eigen woorden.

Slide 23 - Open question

Giraffen / kunnen / met hun tong / hun oor / leeglikken.
Benoem het zinsdeel *hun oor*.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 24 - Drag question

Welk zinsdeel vind jij nog lastig te benoemen?

Slide 25 - Open question