4V Unterrichtswoche 1

V4 Kapitel 1 - 2. und 3. Stunde
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V4 Kapitel 1 - 2. und 3. Stunde

Slide 1 - Slide

Die Planung und die Lernziele 

1. Du und das Fach
2. Zwei Wahrheiten und eine Lüge
3. Lesen: Micky Maus (B1)

  • Je weet hoe de methode van dit schooljaar eruit ziet.
  • Je kunt een tekst lezen op B1 niveau.
  • Je weet hoe je de werkwoorden haben en sein vervoegt in de t.t. en v.t..
  • Je kunt tegenstellingen maken.

Slide 2 - Slide

Mitnehmen
 - Laptop (Nicht immer, ich werde es melden)
-ein Heft für Notizen
- Lehrarbeitsbuch


Wochenaufgaben
pro Woche machst du die (Haus)aufgaben und werden in der nächsten Woche besprochen.





Wir arbeiten mit:
-  'Neue Kontakte';
- einem Lehrarbeitsbuch (Papier)



Slide 3 - Slide

Was ist deine Lieblingsküche?

Slide 4 - Open question

Hast du einen Nebenjob? Falls ja, wo arbeitest du?

Slide 5 - Open question

Treibst du Sport? Und was für Sportart?

Slide 6 - Open question

Was ist deine Lieblingsdestination?

Slide 7 - Open question

Wie würdest du dich in 3 Wörter beschreiben?

Slide 8 - Open question

Wat zijn jouw verwachtingen van de Duitse lessen?

Slide 9 - Open question

Wat zijn jouw verwachtingen van mij als docent Duits?

Slide 10 - Open question

Waar zie je jezelf over 5 jaar?

Slide 11 - Open question

Zwei Wahrheiten und eine Lüge
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Bis gleich!

Slide 13 - Slide

2. Unterrichtsstunde
1. Zwei Wahrheiten und eine Lüge
2. Lesen
3. Wiederholung haben + sein // Arbeit

Slide 14 - Slide

Entlarve die Lüge!
Als jouw naam gedraaid wordt, ga je jouw verhaal vertellen. 
De klas raadt aan het einde wat de leugen is.

Slide 15 - Slide

DW
--> Lesen auf Niveau üben

Jetzt.... Micky Maus (B1)
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Haben &  sein
Tegenwoordige tijd (Präsens)
Verleden tijd (Präteritum)

Slide 18 - Slide

tegenwoordige tijd
= Präsens
verleden tijd
= Präteritum
de werkwoorden: haben en sein

Slide 19 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 20 - Drag question

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 21 - Drag question

Hausaufgaben
Brückenschlag 1: 
Familie und Beziehungen



Slide 22 - Slide

-ENDE-

Slide 23 - Slide

Ziele
  • Ihr könnt die Fragen beim Hörtext verstehen
  • Ihr könnt Fragen beantworten
  • Ihr könnt erklären was ihr gelernt habt. 

Slide 24 - Slide

Was bedeutet: Was wird über die Schulzeit der Zwillinge gesagt?
A
Hoe wordt over de schooltijd van de tweelingen gepraat?
B
Wanneer wordt er over de schooltijd van de tweelingen gepraat?
C
Wat wordt over de schooltijd van de leerlingen gezegd?
D
Waar wordt over de schooltijd van de leerlingen gepraat?

Slide 25 - Quiz

Was sagen die Zwillinge über ihre Beziehung zueinander? Beziehung bedeutet:
A
gevoel
B
relatie
C
gezag
D
behoefte

Slide 26 - Quiz

Was ist den Zwillingen bei der Prüfung passiert? passiert bedeutet:
A
gepasseerd
B
bedoeld
C
gemaakt
D
gebeurd

Slide 27 - Quiz

Was sagen die Zwillinge über ihre frühe Karriere als Kinderstars? frühe bedeutet:
A
late
B
vroege
C
vervelende
D
verlate

Slide 28 - Quiz

Was sagen die Zwillinge über ihr Leben zu zweit? zu zweit bedeutet:
A
met zn tweeën
B
met zn twaalfen
C
met zn twintigen
D
met zn vijven

Slide 29 - Quiz

Aufgaben machen
  • Wir machen zusammen: S. 12 + 13: Aufgabe A 1 + 2
  • Ihr macht die Aufgaben: K. 1: C Grammatik (S. 20 - 23)

Slide 30 - Slide