§3.2 Het weer in Nederland

1.1 §3.2 Het weer in Nederland
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.1 §3.2 Het weer in Nederland

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je kunnen/kennen?
  • Je kunt beschrijven wat de verschillen zijn tussen gebieden in Nederland wat betreft Bewolkingsgraad, neerslag, temperatuur en wind

  • Je kunt met een weerkaart een weerbericht opstellen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Waar worden in Nederland de hoogste windsnelheden gemeten?

Slide 4 - Mind map

De meest windluwe plaats in ons land is Arcen (Limburg) met een jaargemiddelde windsnelheid van ongeveer 11 km/uur. 

Vlieland is het meest winderig met een gemiddelde windsnelheid van ongeveer 28 km/uur.

Welk instituut meet het weer in Nederland?
A
Buienradar
B
KNMI
C
Weeralarm.nl
D
KNAG

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
temperatuur, neerslag en wind
C
Temperatuur en neerslag
D
Warmte en de temperatuur

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

het weer

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Atmosfeer:
Luchtlaag die om de aarde zit
Weer:
Toestand van de atmosfeer
op een bepaald moment
op een bepaalde plaats

Klimaat:
Gemiddelde weer over een periode van 30 jaar

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke onderdelen worden er altijd besproken in een weerbericht

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Weerelementen
onderdelen van het weer:
  • temperatuur (in graden Celsius)
  • neerslag (in millimeter)
  • luchtdruk (in hectopascal)
  • wind (schaal van Beaufort)
  • bewolking (bewolkingsgraad)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wind
Luchtdruk
Neerslag
Temperatuur
Barometer
Pluviometer
Anemometer
Weerhut

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Verschillen in weer in Nederland
Nederland is niet groot, toch zijn hier ook verschillen in weer.
  1. temperatuur: hoe noordelijker, hoe kouder.
  2. neerslag: in wat hoger gelegen gebieden valt meer neerslag. In Zeeland valt de meeste neerslag.
  3. Wind: Gebieden dichtbij de kust hebben te maken met meer wind dan gebieden landinwaarts.
  4. Bewolking: Aan de kust minder bewolking
 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

3 vormen van water
Het proces van vast naar gasvormig komt niet voor in de waterkringloop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraak over de klimaatgrafiek van NL is juist?
A
De meeste neerslag valt in juni.
B
De gemiddelde temp is in alle maanden ongeveer hetzelfde.
C
Er valt neerslag in alle maanden van het jaar.
D
Je ziet de temp, bewolking, neerslag en wind.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In de koudste maand is het gemiddeld hoe warm?
Hoe warm is het in de warmste maand? 
A
1 graad
B
5 graad
C
8 graad

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk
  • Lees §3.2 door!
    (blz. 135-136) schrijf de belangrijke begrippen op en leg uit voor jezelf
  • Check daarna of je alles begrijpt aan de hand van de leerdoelen
  • Maak vervolgens §3.2 vraag 1 t/m 6

Slide 20 - Slide

This item has no instructions