B3: Bevruchting WTS

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 1 - Quiz

Wordt deze plant bestoven door insecten of door de wind?
A
Insecten
B
Wind

Slide 2 - Quiz

Heeft er hier bestuiving plaats gevonden?
A
Ja
B
Nee
C
-
D
-

Slide 3 - Quiz

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 4 - Quiz

Bij welke pijl is er GEEN sprake van bestuiving?
A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt
Ik kan de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven


Slide 6 - Slide

B3: Bevruchting

  • Bestuiving: stuifmeel komt op de stempel terecht
  • Stuifmeel vormt een stuifmeelbuis en groeit via de stijl naar het zaadbeginsel
  • Bevruchting: kern stuifmeelkorrel versmelt met kern eicel

Slide 7 - Slide

B3: Bevruchting

  • Door bevruchting ontstaat de bevruchte eicel
  • De kern bevat dan chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel

Slide 8 - Slide

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Door celdelingen ontstaat een kiem
  • Zaadbeginsel wordt een zaad 
  • Elk zaad bevat een kiem. Dit kan uitgroeien tot een kiemplantje

Slide 9 - Slide

B3: Bevruchting

Bevruchte eicel
  • Uit elk zaadbeginsel waar de eicel is bevrucht kan een zaad ontstaan
  • Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel!

Slide 10 - Slide

Wat is bevruchting?
A
Het moment dat stuifmeel op de stamper komt
B
Het moment dat de kern van de stuifmeelkorrel en eicel versmelten
C
Als het zaadje ontstaat
D
Als de vrucht rijp is

Slide 11 - Quiz

Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
Zaad beginsel

Slide 12 - Drag question

Waaruit ontstaat het vruchtvlees?
A
Bevruchte eicel
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
D
Bloembodem

Slide 13 - Quiz

Een peer heeft 6 zaadjes, hoeveel eicellen zijn er dan bevrucht?
A
3
B
6
C
12
D
Dat is niet te zeggen

Slide 14 - Quiz

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 15 - Quiz

Groeit uit tot een vrucht
Groeit uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
kelkbladeren
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel

Slide 16 - Drag question