M&G Week 7. (Les 1). Voedselverspilling en convenience food

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten. 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Verspilling en convenience food 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je: 
  • weet wat duurzame voeding is.(R)
  • kan het begrip convenience food uitleggen(T1)
  • weet wat seizoensgroenten en fruit zijn en kan bij elk seizoen voorbeelden geven.(T2)
  • kan uitleggen waarom duurzame voeding belangrijk is voor mens en milieu. (I) 

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voedselverspilling

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

           Aan de slag
  1. Vul de kijkopdracht in. 
  2. Klassikaal bespreken 
timer
5:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Duurzame voeding
Bij de productie van voeding rekening houden met de natuur, mens en dier.

Energie
Gas
Water
Afval
Restproduct
Schip
Vrachtwagen
Vliegtuig
Seizoen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Seizoensgroente en fruit
Lente
Zomer
Herfst
Winter
Radijs
Asperges
Rabarber
Aardbeien
Veldsla
Spinazie
Frambozen
Bramen
Tomaat
Komkommer
Courgette
Sperziebonen
Pompoen
Champignon
Wortels
Boelkool
Appels
Druiven
Boerenkool
witte kool
Rode kool
Sinaasappels
Spruiten
Bieten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vlees, maar dan anders

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Convenience food
Gemaksvoedsel voordelen/nadelen?

Slide 15 - Slide

convenience food betekend letterlijk '' gemakkelijk eten''. 

Het zijn producten die al (deels) klaargemaakt zijn, zodat je ze snel en makkelijk kunt eten.
Denk aan: diepvriespizza, magnetronmaaltijden, soep uit blik of voorgesneden groente.
Je hoeft meestal alleen nog te
 verwarmen of een kleine handeling te doen.

Stel de vraag >>
Is convenience food altijd slecht?
Antwoord=
Het hangt er vanaf welk product je kiest en hoe vaak je het eet.
Sommige producten zijn handig én gezond, andere zijn handig en minder goed voor je lichaam.

handig en gezond zijn:
bevatten weinig zout, suiker en vet, en nog veel voedingsstoffen:
  • Voorgesneden groente of fruit – net zo gezond als zelf snijden.
  • Diepvriesgroente of -fruit – bevatten nog bijna alle vitamines.
  • Soep met veel groente en weinig zout > lees etiket
handig en minder goed
Deze bevatten vaak veel vet, suiker of zout en zijn bewerkt.
  • snoep, koek
  • snacks
  • magnetron maaltijden

7 voordelen en 7 nadelen
 ++++++
  1. Snel klaar – Je hoeft niet lang te koken.
  2. Gemakkelijk – Geen gedoe met snijden of veel afwas.
  3. Handig bij weinig tijd – Bijvoorbeeld na school of werk.
  4. Lang houdbaar – Veel producten kun je weken of maanden bewaren.
  5. Altijd beschikbaar – Je kunt het in bijna elke supermarkt vinden.
  6. Soms goedkoop – Zeker bij aanbiedingen of huismerken.
  7. Veel keuze – Van pasta tot rijst, van vlees tot vegetarisch.
--------
  1. Minder gezond – vaak veel vet, suiker of zout.
  2. Vergroot de kans op obesitas
  3. Weinig vitamines – door bewerking gaan er voedingsstoffen verloren.
  4. Je weet niet precies wat erin zit – veel toevoegingen en E-nummers.
  5. Smaakt minder vers – soms wat kunstmatig.
  6. Meer verpakkingsafval – plastic bakjes en zakjes.
  7. Duurder op de lange termijn – vaker kleine porties kopen.
  8. Minder controle over je voeding – je kookt zelf niet.





           Aan de slag
  1. In duo's 
  2. Schrijf 7 voordelen en nadelen van convenience food. 
  3. Je mag gebruik maken van internet. 
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Laat ze op A4 schrijven 
Voeding voor diverse doelgroepen
Baby: borstvoeding en flesvoeding. 
Dreumes: overgang naar vast voedsel

Peuter en kleuter: eten mee met het gezin.
3 keer een hoofdmaaltijd
max. 4 keer per dag iets tussendoor.


Slide 17 - Slide

Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) advies:
baby tot 6 mnd exclusief borstvoeding of flesvoeding. Vanaf 6 mnd langzaam vast voeding aanbieden. 

dreumes
borstvoeding gecombineerd met vast voedsel. tot 2 jaar aanbieden 
flesvoeding combineren met vast voedsel. vanaf 6 mnd flesvoeding afbouwen. 
Voeding voor diverse doelgroepen
Sporters: koolhydraten, eiwitten en vocht.



Ouderen: eetlust en smaak minder

Slide 18 - Slide

Mensen die veel sporten moeten goed op hun voeding letten, gezond eten levert je veel energie en een sneller herstel op.
Koolhydraten (energie), eiwitten (opbouw en herstel van weefsels) en vocht hebben invloed op prestaties van sporters.

Ouderen
Ondervoeding
Steeds vaker zie je bij ouderen die afhankelijk zijn van hulp, dat het misgaat met hun voeding.
 Ze eten en drinken te weinig. Dit leidt tot tekort aan energie en andere voedingstoffen, wat voor lusteloosheid zorgt.
Mensen met ondervoeding zijn gebaat aan extra eiwitten en energie.

Ouderen en ondervoeding
Steeds vaker zie je bij ouderen die afhankelijk zijn van hulp, dat het misgaat met hun voeding.
 Ze eten en drinken te weinig. Dit leidt tot tekort aan energie en andere voedingstoffen, wat voor lusteloosheid zorgt.
Mensen met ondervoeding zijn gebaat aan extra eiwitten en energie.


Een maaltijd samenstellen
Als je een maaltijd gaat samenstellen is het handig om van tevoren een lijstje te maken:

Voor wie kook je?
Wat kook je?
Wat mag niet? (gluten, vlees, dieet bijv.)
Wat wel? (wat vindt iemand heel lekker)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

           Aan de slag
  1. Download de opdracht van Somtoday of Teams.
  2. Lees de opdracht nog een keer goed door.
  3. Ga aan de slag. De opdracht moet aan het einde van de les af zijn.
  4. Ben je klaar? Laat de docent controleren en lever het daarna in.



    Klaar?: Praktijk: strijken of snelverband
timer
1:20:00
timer
35:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam betekent
A
dat je niet goed voor het milieu zorgt.
B
dat iets voor eeuwig en altijd is.
C
milieuvriendelijk of het besparen op grondstoffen.
D
producten die heel duur zijn in de winkel.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is volgens jou de juiste beschrijving van een 'seizoensproduct?
A
Seizoensproducten komen uit het buitenland.
B
Seizoensproducten zijn het hele jaar door beschikbaar.
C
Seizoensproducten zijn alleen in het juiste seizoen beschikbaar.
D
Seizoensproducten kan je niet in de supermarkt vinden.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voorbeelden van vleesvervangers voor een vegetariër?
A
garnalen en makreel
B
tofu en tempeh
C
groenten chips en sla
D
biefstuk en slavink

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is voedselverspilling?
A
Je eet je bord niet leeg
B
Je kookt teveel
C
Je gooit eten wat over de datum is weg
D
Alle 3 zijn goed

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Je voedselafdruk wordt bepaald door de hoeveelheid..
A
dieren dat nodig is om jou van voedsel te voorzien
B
water dat jij verbruikt per dag
C
beweging dat jij elke dag krijgt
D
grond en water dat nodig is om jou van voedsel te voorzien.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

       Terugkijken op            de leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • weet wat duurzame voeding is.(R)
  • kan het begrip convenience food uitleggen(T1)
  • weet wat seizoensgroenten en fruit zijn en kan bij elk seizoen voorbeelden geven.(T2)
  • kan uitleggen waarom duurzame voeding belangrijk is voor mens en milieu. (I) 

Slide 26 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Exit ticket
Wat kan je de volgende keer beter doen ? 

Slide 27 - Open question

Controleer wat de leerlingen hebben ingeleverd en bespreek dit samen in de klas. Neem ook de tijd voor reflectie.
Slot

Slide 28 - Slide

This item has no instructions