Havo3 - 3.2 Verwarmen

Goedemorgen allemaal
A
Moghu
B
Hallo meneer
C
Hoi meester
D
Haai🦈
1 / 28
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen allemaal
A
Moghu
B
Hallo meneer
C
Hoi meester
D
Haai🦈

Slide 1 - Quiz

Hoe veel zin heb je vandaag:
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Herhaling
Hoofdstuk 3, Energie
Paragraaf 2

Slide 3 - Slide

Elektrische warmte bronnen

Slide 4 - Slide

Chemische warmtebronnen

Slide 5 - Slide

Energie kun je omzetten in een andere vorm
  • licht 
  • geluid
  • warmte 
  • elektriciteit 
  • beweging
  • chemische energie
     Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is
    WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
Energie bestaat in
verschillende vormen
 

Slide 6 - Slide

Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte. 

Slide 7 - Slide

Energievormen
  • Chemische energie; in brandstof of bijv. batterij/accu

  • Bewegingsenergie;  een vorm van energie die een bewegend lichaam heeft
  • Zwaarte-energie; voorwerpen op hoogte worden aangetrokken door de zwaartekracht
  • Stralingsenergie; energie van de zon of lamp
  • Kernenergie; in kerncentrales om energie op te wekken
Ze worden omgezet in elektrische energie wat wij gebruiken.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Energiestroomdiagram

Slide 10 - Slide

Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. 

Slide 11 - Slide

Energiestroomdiagram

Slide 12 - Slide

Zijn jullie er nog?
A
Huh .. wat..?
B
...
C
Nee.. absent
D
Ja, present

Slide 13 - Quiz

Vervolg
Warmte, energie en soortelijke warmte

Slide 14 - Slide

Warmte en temperatuur
Temperatuur stijging -> gemiddelde snelheid van de moleculen neemt toe
De temperatuur is dus een maat voor de gemiddelde snelheid van de moleculen
De warmte die het water opneemt wordt gebruikt om de watermoleculen sneller te laten bewegen, ze hebben meer bewegingsenergie

Slide 15 - Slide

Energie
                                                    E = P x t
E = energieverbruik in Joule (J) = geproduceerde hoeveelheid warmte
P = vermogen in Watt (W);Het vermogen geeft aan hoeveel energie er per seconde wordt omgezet.
t = tijd in seconden (s)

Slide 16 - Slide

Warmtemeter
  • Met een warmtemeter kun je meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van bepaalde hoeveelheid water.
  • Een warmtemeter is goed 
       geïsoleerd, dus alle energie 
       wordt omgezet in warmte.
  • Bekijk voorbeeldopgave 1.

Slide 17 - Slide

             Voorbeeld 1 

Slide 18 - Slide

Soortelijke warmte
De soortelijke warmte van een stof is de hoeveelheid energie wat nodig is om 1 gram van een stof met 1 graad omhoog te laten stijgen.

Van water is dat 
Het symbool is c (kleine letter)
Dit is een stofeigenschap.
4,2Jg0C
/

Slide 19 - Slide

c = SOORTELIJKE WARMTE

Slide 20 - Slide

Warmte en temperatuur

Warmte is energie die van een hoge naar een lage temperatuur stroomt.

De hoeveelheid energie (warmte) die je nodig hebt om een stof te verwarmen is afhankelijk van drie factoren:

  1. De temperatuursverandering
  2. De hoeveelheid stof
  3. De soort stof (soortelijke warmte)


Slide 21 - Slide

Rekenen met (soortelijke) warmte

Formule :   Q = c x m x ΔT
Q = warmte in Joule (J)
c = soortelijke warmte (J/g.oC)
m = massa in gram (g)
ΔT= temperatuurstijging: = Teind - Tbegin (oC)

Slide 22 - Slide

Een waterkoker heeft een vermogen van 1,5 kW. Bereken hoeveel warmte deze afgeeft als hij 2,0 minuten aanstaat.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Leren en maken vraag 4 t/m 8 van H 3.2

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video