Week 11 les 1

week 11
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

week 11

Slide 1 - Slide

Groupe 1: En Ligne
Camera's aan + presentie 
Oscar et la dame rose brief 3: samenvatting maken + leesbegeleidingsvragen maken 11 t/m 13
(zie Team Frans/Bestanden/Literatuur voor online materiaal)
2e les inleveren via Teams Opdrachten


Slide 2 - Slide

Groupe 2: En classe

Neem je werkboek B voor je + schrift

Slide 3 - Slide

Les objectifs
  • Tu peux faire des phrases avec COI en COD

Slide 4 - Slide

Programme d'aujourd'hui 
  • Réviser Grammaire C 
  • Correction des devoirs: Grammaire C  ex. 39

Slide 5 - Slide

les pronoms personnels 
comme cod et coi


Slide 6 - Slide

comment trouver et remplacer le COD (lijdend voorwerp) et le COI (het meewerkend voorwerp)
dans une phrase française?




regardez la vidéo suivante

Slide 7 - Slide

Kijkvraag:
(schrijf vraag en antwoord op bij je aantekeningen)
1. Hoe kan je in een Franse zin het lijdend voorwerp vinden?
2. Hoe kan je in een Franse zin het meewerkend voorwerp vinden?
Vocabulaire:
cod = lijdend voorwerp
coi = meewerkend voorwerp
sujet = onderwerp
verbe = werkwoord
on a besoin de = wij hebben nodig

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

COD = lijdend voorwerp
Sujet + verbe + qui/ quoi?
Onderwerp + werkwoord + wie/wat?

Sara porte une jupe jaune. 
Sara porte quoi? Une jupe jaune.

Judith aime le garçon.
Judith aime qui? Le garçon.

Slide 10 - Slide

COI = meewerkend voorwerp
sujet + verbe + à qui/à quoi       =        onderwerp + werkwoord aan wie/wat?
(sujet + verbe + de qui/de quoi?    =   onderwerp + werkwoord +  van wie/wat?)

J'écris une lettre à mon frère. 
J'écris une lettre à qui? à mon frère.


Slide 11 - Slide

Tu sais maintenant comment il faut trouver le cod et le coi dans une phrase française.


                      * een lijdend voorwerp wordt nooit voorafgegaan door                               een voorzetsel en je hoeft geen onderscheid maken                               tussen mensen of dingen
                       * een meewerkend voorwerp als persoon wordt altijd                                   voorafgegaan door het voorzetsel à



Slide 12 - Slide

pour éviter des répétitions on peut remplacer le COD et le COI par des pronoms personnels:

regardez la vidéo suivante:

Slide 13 - Slide

Kijkvraag
Welke werkwoorden hebben standaard voorzetsel 'à' en vragen daarom om een meewerkend voorwerp?

Neem de vraag en je antwoord over in je aantekeningen. 

Vocabulaire: préposition = voorzetsel 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Welke werkwoorden hebben standaard voorzetsel 'à' en vragen daarom om een meewerkend voorwerp?

Souvent des verbes de communication = 
Vaak communicatie werkwoorden:

téléphoner à quelqu'un
parler à quelqu'un
crier à quelqu'un
écrire à quelqu'un



Slide 16 - Slide

tout compris?

Slide 17 - Slide

Correction
  • Grammaire C Ex. 39 
  • Tu donnes la réponse quand on a choisi ton nom 

Slide 18 - Slide

Les devoirs 
3e les: Forms Grammaire C 
(oefeningen nog eens goed doornemen)

Slide 19 - Slide