V4 BS1-2 Inleiding in de biologie

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Begin taak
Bedenk (samen) en noteer je antwoord op de volgende vragen:

Wat is biologie voor vak?
Wat is het verschil tussen levensloop en levenscyclus?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
- Je kunt de levensloop en levenscyclus van organismen beschrijven.
- Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt orgaaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.
- Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
- Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

De organisatieniveaus in de biologie

(kleiner dan een organisme)

Molecuul
Celorganel
Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel

Organisme

Slide 6 - Slide

De organisatieniveaus in de biologie

(groter dan een organisme)

Organisme (soort)

Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Biosfeer

Slide 7 - Slide

Welke levensverschijnselen ken je?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Link

levensverschijnselen/levenskenmerken

Slide 10 - Slide

Emergente eigenschap
Waarom kan een spier (orgaan) niet lopen?

Denk aan de organisatieniveau's.
Een emergente eigenschap is een eigenschap die op een hoger organisatieniveau ontstaat.

Slide 11 - Slide

antwoord
Een spier kan samentrekken. Een spier (orgaan) kan niet lopen. Lopen is een emergente eigenschap van een organisme (het is een nieuwe eigenschap, ontstaan op een hoger organisatieniveau)

Slide 12 - Slide

Conceptcheck
Waarom is geboortepercentage een emergente eigenschap van het organisatieniveau populatie?

Slide 13 - Slide

antwoord
Een individu (organisme) kan zich voortplanten. Voortplanten is een emergente eigenschap op het niveau organisme.
Een populatie (=hoger organisatieniveau) is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die samen een voortplantingsgemeenschap vormen. Het geboortepercentage is dus een emergente eigenschap van een populatie (het is een nieuwe eigenschap,ontstaan op een hoger organisatieniveau - namelijk het percentage van alle geboortes van de groep)

Slide 14 - Slide

Vorm en functie (pagina 19)
Er is een verband tussen de vorm en de functie van biologische eenheden​

bv een dijbeen (onderdeel van skelet) lang en stevig maar hol dus licht welke functie wordt hierdoor ondersteund?​

bv een dolfijn is aan de buitenkant glad en met ronde gestroomlijnde vormen  welke functie wordt hierdoor ondersteund?

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen op welke gebieden biologie een rol speelt.
- Je kunt de levensloop en levenscyclus van organismen beschrijven.
- Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk hoger organisatieniveau emergente eigenschappen ontstaan.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt orgaaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.
- Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
- Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Maken begrippenlijst
Maken opdracht 1-17

Slide 18 - Slide

BLIKSEM BEURT
Onderdelen microscoop

Slide 19 - Slide

Oefen de onderdelen v/d microscoop
Hoe moet je vergroten?

Slide 20 - Slide

Hoe moet je vergroten?

Slide 21 - Slide

PREPARAAT MAKEN

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Microscopische tekening
Groot tekenen
Niet schetsen
Met potlood schrijven/tekenen
Horizontale lijnen
Nummers op volgorde
Celmembraan/celwanden heel dun tekenen 

Slide 24 - Slide

Lees het eerste paragraaf van BS1 met de volgende begrippen:

  • organismen
  • levensverschijnselen
  • stofwisseling
  • enzymen
  • katalyseren
  • dood
  • levenloos

Slide 25 - Slide

organisme
levensverschijnselen
stofwisseling
enzymen
dood
levenloos
verschijnselen die laten zien dat je leeft
levende wezens
dingen die nooit geleefd hebben
versnelt een chemische reactie
alle chemische reacties in een organisme
organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoond

Slide 26 - Drag question

Wat is een ander voorbeeld van een emergente eigenschap van populaties?
A
sociale interactie
B
lopen
C
voedsel zoeken
D
vliegen

Slide 27 - Quiz

Levenscyclus en levensloop
(weet je het nog vd brugklas?)

Slide 28 - Mind map