3.4 Water in rivieren en herhaling

3.4                   Water in rivieren
1 / 61
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 61 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.4                   Water in rivieren

Slide 1 - Slide

We krijgen water via...                        We verliezen water door...





1. de rivieren                                                           1. het water dat naar 
2. de neerslag                                                           zee stroomt
3. grondwater die vanuit de                              2. de verdamping
   buurlanden naar ons toe                                 3. door het gebruik
   stroomt 

Slide 2 - Slide

Bovenloop -                  Middenloop                         Benedenloop
verwering / erosie     erosie/sedimentatie            sedimentatie

Delta

Slide 3 - Slide

Twee soorten dijken
*winterdijk —> Hoog, iets verder weg
*zomerdijk —> Lager, dichtbij de rivier.
Het gebied tussen de zomer- en de winterdijk *uiterwaarden

Slide 4 - Slide

                                 Uiterwaarde 
       
Meestal wordt dit gebied als grasland gebruikt,
                        omdat     gewassen tijdens de overstromingen zouden beschadigen.

Slide 5 - Slide

zomerbed en winterbed

Slide 6 - Slide

Komgronden
Als de rivieren overstromen komt het water buiten de bedding. Hier kan klei sedimenteren. Deze gebieden zijn de komgronden.
Zand klinkt niet in en daarom zijn de oeverwallen hoger dan de komgronden.

Slide 7 - Slide

Komgronden

Slide 8 - Slide

Oeverwal 
(Bewoning)
Komgrond 
(Landbouw)

Slide 9 - Slide

Oeverwallen en komgronden

Slide 10 - Slide

Oeverwallen 
zijn verhogingen die langs de oever van een rivier liggen. Ze zijn door de rivier zelf gevormd door afzetting van zand.

Oeverwal is een soort natuurlijke dijk.
Komgronden
 Sommige delen van uiterwaarden liggen lager. Die lage delen vormen diepe kommen waarin  tijdens overstromingen klei is afgezet.   

Slide 11 - Slide

Piekafvoer
Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 12 - Slide

Uiterwaardafgraving - meer ruimte voor de rivier

Slide 13 - Slide

Wat is waar?
A
De zomerdijk is hoger dan de winterdijk
B
De winterdijk is hoger dan de zomerdijk
C
De rivier is hoger dan de uiterwaarden.
D
De uiterwaarden is hoger dan de winterdijk

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Meander
Als we rivieren vrij laten stromen dan worden ze vaak erg bochtig, dit heet meanderen. Doordat er veel bochten in de rivier zitten stroomt het water langzamer. 

Slide 16 - Slide

Door de rivieren rechter te maken, te kanaliseren, kan het water er sneller doorheen stromen. De boten kunnen sneller varen. Om een rivier te kanaliseren worden er kribben aangelegd,

Slide 17 - Slide

Kribben
Om een rivier te kanaliseren worden er kribben aangelegd, dat zijn kleine stenen dammen die een rechte hoek vormen met de zomerdijk.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard

Slide 20 - Drag question

Kribben
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 21 - Drag question

Winterdijk
Winterdijk
Zomerdijk
Zomerdijk
Vaargeul
Zomerbed
Winterbed
Uiterwaard
Uiterwaard

Slide 22 - Drag question

Debiet en regiem
Debiet: de hoeveelheid water 
                die een rivier afvoert
                 (in m3/sec)

Regiem: schommelingen in de 
                   waterafvoer

Slide 23 - Slide

Bazel - Een stad aan de Rijn in Switzerland
Lobith is een Nederlandse plaats waar  de Rijn Nederland binnenstroomt.


Slide 24 - Slide

Waarom is het debiet van de Rijn bij Bazel veel lager dan bij Lobith?

Slide 25 - Open question

Verval
De Rijn stroomt 175 km door Nederland en mondt uit in de Noordzee. 
Het hoogteverschil tussen Lobith en de zee is 14 m.

Dit heet het verval

Slide 26 - Slide

Verhang
Als je 14 m het hoogteverschil deelt met het aantal km tot de zee = 175, dan krijg je het hoogteverschil per km.
Dit heet het verhang.

14m : 175 km = 
14m: 175 000m= 0,08m = 8cm

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Het hoogte verschil tussen twee punten van de rivier
Het hoogteverschil per kolometer
Het verval
Het verhang

Slide 29 - Drag question

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Hoog verhang
Klein verhang

Slide 30 - Drag question

Groot verhang
m.n. sedimentatie
m.n. erosie
klein verhang
Meanders
v-dal

Slide 31 - Drag question

Hier is het verval het groots
Hier is het verval klein.
Hier is het verval het kleinst.

Slide 32 - Drag question

Tekst
benedenloop
stuwdam
veel verhang
bovenloop
zandbanken
weining verhang

Slide 33 - Drag question

Stuw
...is scheiding tussen twee wateren. Het is meestal een beweegbare klep in het water, waarachter het water blijft staan. De hoogte van het water regelen we door de klep hoger of lager te zetten. Zo blijft het water op het gewenste peil.

Slide 34 - Slide

Sluis
Een sluis is ook een scheiding tussen 2 wateren, maar met deuren. 
 Sluizen reguleren het waterpeil zodat schepen kunnen passeren. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Bevaarbaarheid van een rivier 
Stuwen
Kribben
Kanalisering
Helpt verhang te overbruggen
Voorkomt meanderen
Reguleert debiet
Verhoogt de stroomsnelheid
Helpt vaargeul op diepte houden

Slide 37 - Drag question

Achter de oeverwallen liggen de komgronden.

Slide 38 - Slide

Oeverval

 Alleen bij hoog water kunnen oeverwallen overstromen.

Slide 39 - Slide

Komgronden

Slide 40 - Slide

maak een tekening in je schrift

Slide 41 - Slide

Waar zul je boerderijen vinden?
A
Uiterwaarden
B
Komgronden
C
Oeverwal
D
Boezem

Slide 42 - Quiz

Spaarbekken: Opslagplaats voor water voor later gebruik.

Slide 43 - Slide

Een spaarbekken in de Biesbosch

Slide 44 - Slide

Wat is het doel van een retentiegebied?
A
Het versnellen van de waterafvoer
B
Het stimuleren van recreatie
C
Het verhogen van de watertafel
D
Het voorkomen van overstromingen

Slide 45 - Quiz

Hoe draagt een retentiegebied bij aan natuurbehoud?
A
Het vermindert de biodiversiteit
B
Het leidt tot erosie
C
Het biedt leefgebied voor planten en dieren
D
Het verstoort de natuurlijke balans

Slide 46 - Quiz

Wat is een retentiegebied?
A
Een gebied dat geen water vasthoudt
B
Een gebied dat water versnelt en afvoert
C
Een gebied dat water vasthoudt en vertraagt
D
Een gebied dat water opslaat voor drinkwater

Slide 47 - Quiz

Retentiegebied

Slide 48 - Open question

Wat ligt hoger?
A
uiterwaarden
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
kribben

Slide 49 - Quiz

Hoe noemen we de schommelingen in de waterafvoer van een rivier?
A
waterscheiding
B
debiet
C
regiem
D
verhang

Slide 50 - Quiz

De eenheid van verhang is:
A
kilometer
B
meter
C
meter per kilometer (m/km)
D
kilometer per meter (km/m)

Slide 51 - Quiz

Wat zijn spaarbekken?
A
Een soort watervogel.
B
Een waterpark attractie.
C
Een reservoir voor het opslaan van water.
D
Een waterfilter voor thuiskraan.

Slide 52 - Quiz

De eenheid van verval is:
A
kilometer
B
meter
C
meter per kilometer (m/km)
D
kilometer per meter (km/m)

Slide 53 - Quiz

Het verhang van de Rijn in Nederland is
A
groot
B
gemiddeld
C
klein
D
blauw

Slide 54 - Quiz

Het deel net verder van de rivier af bestaat uit klei, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 55 - Quiz

Het deel net naast de rivier bestaat uit zand, dit zijn de ...
A
Komgronden
B
Zandruggen
C
Duinen
D
Oeverwallen

Slide 56 - Quiz

Als de piekafvoer hoog is er kans op overstromingen.
A
goed
B
fout

Slide 57 - Quiz

Wat zie je op de foto?

A
Komgronden
B
Verhang
C
Zomerdijk
D
Debiet

Slide 58 - Quiz

Waar ligt Lobith?
A
Bij de uitmonding van de Rijn
B
Aan de Belgische grens
C
Aan de grens met Duitsland
D
In Duitsland

Slide 59 - Quiz

Waar ligt Lobith?
A
Bij de uitmonding van de Rijn
B
Aan de Belgische grens
C
Aan de grens met Duitsland
D
In Duitsland

Slide 60 - Quiz

Ruimte voor de rivier

1. dijkverlegging
2. uiterwaarde afgraven
3. zomerbed verdiepen
4. nevengeul graven
5. kribben verlagen
6. waterberging

Slide 61 - Slide