H4 leswijs functies inl. verwijswoorden en verbanden

Welkom
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Vandaag
Herhaling van hoofdstuk 4

Slide 2 - Slide

Functies van de inleiding
- Aandacht trekken!

- voorbeeld/vraag
- aanleiding
- onderwerp

Slide 3 - Slide

Wat is een aanleiding?

Slide 4 - Open question

DEZE, DIE, DAT, DAT, HIJ, ZIJ, HET, ZE, HEM, HAAR, HEN

Dit zijn verwijswoorden.





Je gebruikt deze verwijswoorden om te verwijzen naar iemand die of iets wat 
eerder genoemd is.

Slide 5 - Slide

Als ik een verwijswoord tegenkom bij het lezen van een tekst:
1. Welk verwijswoord is het? Naar welke soort woord (man, vrouw, ding, plaats,…) kan dit verwijswoord verwijzen? Gebruik hiervoor de tabel! 







Zij/ze kan zowel naar een meisje/vrouw als naar meerdere personen verwijzen!
personen
ik, jij/je, u, hij, zij/ze, jullie, wij/we
dingen
die, dat, het
plaatsen
er, daar

Slide 6 - Slide

Bijvoorbeeld:
Rens pakt zijn jas. Rens trekt zijn jas aan.

Je kunt dit korter zeggen:
Rens pakt zijn jas. Hij trekt hem aan.

Je gebruikt hij voor Rens, en hem voor zijn jas.

Slide 7 - Slide

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
‘Wil je ________ naar de glasbak brengen?’, vraagt Ryan,

terwijl ________ de lege flessen aan Luuk geeft.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 8 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,

 ________  vindt    ________ erg leuk .
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 9 - Drag question

Verbanden en signaalwoorden
Tegenstellend verband: maar, echter, daarentegen, integendeel, hoewel, toch

Opsommend verband: bovendien, verder, ook, daarnaast, en

Voorbeeld: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie

Slide 10 - Slide

Het is prachtig weer, toch heeft hij het heel koud.
A
opsommend
B
tegenstellend
C
voorbeeld

Slide 11 - Quiz

Naast dat hij visboer was, was hij ook vrijwilliger bij de brandweer en voorzitter van de voetbalvereniging.
A
opsommend
B
tegenstellend
C
voorbeeld

Slide 12 - Quiz

Van alle dieren vindt hij honden het leukst, zo is hij gek op Deense doggen.
A
opsommend
B
tegenstellend
C
voorbeeld

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Je maakt de vragen bij de tekst die nu wordt uitgedeeld.KLaar? dan verder met Leswijs het onderdeel lezen.

Slide 14 - Slide

Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Open question

Tot de volgende keer

Slide 16 - Slide