G2A Latijn 6 april

G2A Latijn 
dinsdag 6 April
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

G2A Latijn 
dinsdag 6 April

Slide 1 - Slide

  • Huiswerk: 
  • Aant 3.2 & 3.3: uitgangen
  • Mandatum IX af
  • Vertaal tekst 15 t/m amisit
  • HH woordjes 1 t/m 3, 14&15

Slide 2 - Slide

Mandatum IX (HB p.105)

Slide 3 - Slide

Tekst 15
Matrona 
r.13 t/m r.27

Slide 4 - Slide

Vorige les vertaald: 

Moeder: Hallo, dochter van mij! Ik ben blij om jou te zien in jouw nieuwe huis. Acht dagen geleden hebben we jullie bruiloft gevierd. Het bevalt jou zeker wel om de echtgenote te zijn van Lucius Caecilius Longus?

Dochter: Ik ben blij en tevreden. Mijn Lucius heeft niet veel geld en ook geen lange stoet slaven, maar hij houdt erg van mij, zoals ik van hem houd. Daarom zijn wij tevreden genoeg in ons kleine huis.

Moeder: Er begint voor jou een nieuw leven. Wij, Romeinse matrona’s, besturen het huis van onze echtgenoot en voeden de kinderen op.

Slide 5 - Slide

Dochter: Kinderen? Onzin! We hebben geen kinderen.

Moeder: Jullie hebben nóg geen kinderen. Maar geloof mij, na een helemaal niet lange tijd zal er een kleine Caecilius of een kleine Caecilia in jullie huis zijn. 

De kinderen opvoeden is de belangrijkste opdracht van een goede echtgenote. 

Houd altijd het grote voorbeeld van Cornelia in herinnering. 

Ooit bezocht een vriendin Cornelia. De vriendin had mooie juwelen en toonde ze aan Cornelia. 


Slide 6 - Slide

Cornelia bracht haar naar de plaats, waar haar kinderen speelden. 

Ze zei: ‘Kijk, Tiberius en Gaius en de kleine Sempronia zijn mijn
juwelen.’

Dochter: Je vertelt altijd oude verhalen! 

Het voorbeeld van Cornelia maakt me bang, want de ongelukkige
vrouw verloor veel kinderen door de dood.

Slide 7 - Slide

Quiz t/m r.26

Slide 8 - Slide

liberos (r.12)

Geef naamval, geslacht en getal
A
acc. M. mv
B
acc. O. mv.
C
acc. M. ev.
D
acc. F. mv

Slide 9 - Quiz

r.15: tempus

Geef naamval, geslacht en getal

A
nom. M. ev.
B
gen. M. ev.
C
acc. O. ev.
D
nom. O. ev.

Slide 10 - Quiz

r.15: tempus

Verklaar de naamval acc. hier.
A
LV
B
post + acc.
C
bwb (acc. v. tijdsduur)
D
haud + acc.

Slide 11 - Quiz

bonae (r.17)

Dit woord congrueert met uxoris
A
Waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

summum mandatum (r.17)

Geef naamval, geslacht en getal
A
acc. M. ev.
B
nom. O. ev.
C
acc. O. ev.
D
gen. O. mv.

Slide 13 - Quiz

magnum exemplum (r.18)

Geef naamval, geslacht en getal
A
acc. M. ev.
B
nom. O. ev.
C
acc. O. ev.
D
gen. O. mv.

Slide 14 - Quiz

r.19: Quondam Corneliam amica visitabat

Wat is hier het OW?
A
Quondam
B
Corneliam
C
amica
D
ingesloten in visitabat ('zij')

Slide 15 - Quiz

r.20: Corneliae

Geef naamval, geslacht en getal
A
gen. V. ev.
B
dat. V. ev.
C
nom. V. mv.
D
ab. V. ev.

Slide 16 - Quiz

rr.21-23: Wat is waar?


A
De vriendin vergelijkt haar eigen kinderen met sieraden
B
Cornelia vergelijkt de kinderen van de vriendin met sieraden
C
De vriendin vergelijkt de kinderen van Cornelia met sieraden
D
Cornelia vergelijkt haar eigen kinderen met sieraden.

Slide 17 - Quiz

r.25: femina misera

Wat is hier een goede vertaling?
A
de arme vrouw
B
een arme vrouw
C
beide vertalingen zijn goed

Slide 18 - Quiz

Wat nu?
  • Vertaal tekst 15 af
  • Maak opdrachten bij les 15: 14 t/m 20 
  • Maak mandatum X (HB p.105) t/m silentio [longus]

Slide 19 - Slide