Groen les 5

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Begintaak                       Je hebt hiervoor 5 minuten

Waar denk je aan als je het woord  moestuin hoort?

Schrijf 5 dingen op.

Planten

De vaste plant heeft als eigenschap dat het ieder jaar opnieuw in bloei staat en eventueel groter wordt. 

De 1 jarige planten doen het maar 1 jaar dus elk jaar moet je de plant vervangen,omdat de plant dood gaat. 

Kruiden en groenten en fruit

Dit zijn de eetbare planten zoals we dat noemen. Je kunt ze gebruiken in de keuken of zomaar ervan eten of drinken. 

Je hebt dus eetbare en niet- eetbare planten, dus altijd goed opletten en niet zomaar alles in je mond stoppen.

Je hebt vaste planten en je hebt 1 jarige planten.
Wat is een belangrijk verschil?

Kun jij een eetbare plant opschrijven?

Welke belangrijke verschillen zijn er nog meer bij planten?

Wat heb ik nodig om te zaaien?

Vooruitkijken 

Les 1: Uitleg opdracht, groepjes maken en boodschappenlijstjes maken

Les 2: Zaaien van de kruiden

Les 3: Wat zijn zaden en wat doen kruiden? 

Les 4: Wedstrijd kruidenboter maken  

Les 5: Presentatie voor bereiden

Les 6 Reflecteren, Wat heb ik geleerd? 

Aan de slag 

Alles klaar zetten 

Zaaibak pakken 

Labels schrijven 

Aan de slag 

Heb ik water nodig om te groeien?

1. JAAAAAAAAA
2. NEEEEEEEEE
3. EEN DRUPPEL
4. DAT KOMT MORGEN WEL

Heb ik licht nodig om te groeien?

1. NEEEEEEE
2. JAAAAAAAA
3. ALLEEN IN DE AVOND
4. OVERDAG ALLEEN

Heb ik zuurstof nodig om te groeien?

1. NEEEE IK HEB NIKS NODIG
2. JAAA IK BEN GEK OP ZUURSTOF
3. NEEEEEEEE IK HE CO2 NODIG

Wat maak ik als ik groei?

1. BLAD -ZUURSTOF -GLUCOSE (SUIKER)
2. CO2 -GLUSCOSE- ETEN VOOR DE PLANT
3. ZUURSTOF -GLUCOSE
4. GLUCOSE - BLAD

Wat ging er goed vandaag?
Waarom ging dat goed?

Wat ging er niet goed?
Waarom ging dat niet goed?