H1 2 hv 2023 F en bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

Chapitre 1

Un, deux, splash!

1 / 42

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Chapitre 1

Un, deux, splash!

Slide 1 - Slide

Planning d'aujourd'hui

* Parler français

* Bespreken huiswerk: H

* Afmaken aantekeningen bezittelijk voornaamwoord.

* Verder met de opdrachten van H

Slide 2 - Slide

Sur la table....

* TES LIVRES:

Cahier d'activités A

(Livre d'activités voortaan)

* TON CAHIER

* TA TROUSSE

* TON ORDINATEUR

Slide 3 - Slide

Sujet

Le sujet de chapitre 1:

Vertellen over je vakantie (raconter de tes vacances).

Les buts:

De passé composé (bijvoorbeeld: j'ai mangé)

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Parler français!

Slide 5 - Slide

Prends ton cahier!

Il faut prendre des notes!

Slide 6 - Slide

Les vacances:

*Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Les vacances:

* J'ai été à la plage.

* J'ai visité une ville.

* J'ai visité un musée

* J'ai fait du camping.

Slide 7 - Slide

Les vacances:

*Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Les vacances:

* J'ai mangé dans un restaurant.

* J'ai fait les magasins.

* J'ai parlé anglais.

* J'ai fait la grasse matinée

Slide 8 - Slide

Les vacances:

*Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Les vacances:

* J'ai été à l'hôtel.

* J'ai fait du vélo.

* J'ai rencontré des amis.

* J'ai été dans un parc d'attractions

Slide 9 - Slide

Les vacances:

*Qu'est-ce que tu as fait cet été?

Les vacances:

* J'ai parlé français.

* J'ai nagé.

* J'ai fait du cheval.

* J'ai fait du sport

Slide 10 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités A:

Bespreken / afmaken

page 46 : H grammaire et écrire

Exercices: 30 a b e

Slide 11 - Slide

Prenez vos ordinateurs!

Cherchez LessonUp!

Slide 12 - Slide

Prends ton livre!

Livre d'activités A:

Exercice H:

page 46: H Grammaire et écrire

Slide 13 - Slide

Les Adjectifs Possessifs

Het bezittelijk voornaamwoord.

Slide 14 - Slide

Nomez les adjectifs possessifs en français:

Slide 15 - Mind map

Les Adjectifs Possessifs

Je gaat zo meteen aantekeningen maken.

Het is belangrijk dat het goed in je schrift komt te staan.

Maar eerst luister je mee naar de uitleg.

Slide 16 - Slide

Prends ton cahier!

Il faut prendre des notes!

Slide 17 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

In het Frans kent het bezittelijk vnw meerdere vormen:

mon | ma ton | ta son | sa

--------------- ----------- -------------

mes | mes tes | tes ses | ses

mijn jouw zijn/haar

Slide 18 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

In het Frans kent het bvnw meerdere vormen:

notre | notre votre | votre leur | leur

--------------- ----------- -------------

nos | nos vos | vos leurs | leurs

ons/onze jullie/u hun

Slide 19 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat er een bepaalde relatie is tussen een persoon en een zelfstandig naamwoord.

Jade heeft haar rugzak. = Jade a son sac à dos.

Timéo heeft zijn tent. = Timéo a sa tente.

Slide 20 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

In het Frans kijk je naar de bezitting en niet naar de bezitter. Dat is anders dan in het Nederlands. Controleer dus goed of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of meervoud is.

mon | ma mijn rugzak = mon sac à dos want: le sac à dos

--------------- mijn tent = ma tente want: la tente

mes | mes mijn rugzakken = mes sacs à dos want: les sacs à dos

mijn mijn tenten = mes tentes want: les tentes

Slide 21 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Het kruisjessysteem:

| | |

--------------- -------------- --------------

| | |

Slide 22 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Veel Franse grammatica pas in een kruisjessysteem:

| | |

--------------- -------------- --------------

| | |

Eerst schrijf je de bezittelijke naamwoorden op in een kruisjes systeem.

Daarna leg ik het uit.

Slide 23 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

In het Frans kent het bezittelijk vnw meerdere vormen:

mon | ma ton | ta son | sa

--------------- ----------- -------------

mes | mes tes | tes ses | ses

mijn jouw zijn/haar

Slide 24 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

In het Frans kent het bvnw meerdere vormen:

notre | notre votre | votre leur | leur

--------------- ----------- -------------

nos | nos vos | vos leurs | leurs

ons/onze jullie/u hun

Slide 25 - Slide

Prends ton cahier!

Il faut prendre des notes!

Slide 26 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Let erop als je zelfstandige naamwoorden

in het meervoud zet er dat er dan meer mee veranderd.

Onze rugzak = notre sac à dos

Onze rugzakken = nos sacs à dos

Hun tent = leur tente

Hun tenten = leurs tentes

Slide 27 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Uitzondering!

Let op de volgende zelfstandige naamwoorden!

Deze zijn vrouwelijk maar krijgen een toch mon, ton, son.

Dit komt door de klinkerbotsing (au oei h)

Mon idée, ton opinion, son amie, mon équipe, ton expérience.

Slide 28 - Slide

Les Adjectifs Possessifs

Het bezittelijk voornaamwoord.

Oefenen

Slide 29 - Slide

Hoe vertaal je:
"mijn kinderen"?

mon enfant

ma enfant

mes enfants

tes enfants

Slide 30 - Quiz

Hoe vertaal je:
"jouw familie"?

ton famille

ta famille

tes familles

la famille

Slide 31 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn opa"?

son père

son grand-père

sa grand-père

ses grand-père

Slide 32 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn nichtje"

ma cousin

mon cousine

la cousine

ma cousine

Slide 33 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn oma"?

sa grand-mère

son grand-mère

ta grand-mère

la grand-mère

Slide 34 - Quiz

Hoe vertaal je:
"jouw school"?

ta école

ton école

l'école

son école

Slide 35 - Quiz

Prends ton livre!

Livre d'activités A:

Bespreken / afmaken

page 46 : H grammaire et écrire

Exercices: 30 a b e

Slide 36 - Slide

Les devoirs

Leren grammaire H blz. 46

Maken H: 31 a b d

33 a b

Slide 37 - Slide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 38 - Mind map

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 39 - Slide

Instruction

Wat : Maken "H" op blz. 46: opdrachten 30 a b e 31 a en b in je boek

Hoe : Zorg dat je de vragen goed leest!

Wie : Je werkt ZS in stilte

Tijd : 15 minuten

Klaar : Maken op blz. 49: opdracht 33 b in je boek

Slide 40 - Slide

ZS: zelfstandig werken in stilte

Voordelen:

*Rustige sfeer om in te werken.

*Aanscherpen concentratie

*Betere Focus

*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 41 - Slide

Prends ton cahier!

Il faut prendre des notes!

Slide 42 - Slide

H1 2 hv 2023 F en bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Mind map

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

More lessons like this

H1 2 hv 2023 voor H2B passé composé en faire oktober 2023

H1 2 hv 2023 voor H2B H en bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

H1 2 hv 2023 F en G bezittelijk voornaamwoord oktober 2023

H3 Brugklas 1 HV en bezittelijk voornaamwoord

2TH - herhaling voor pw chapitre 1

2hv - herhaling voor pw chapitre 1

2mh - script op exam & bezittelijk vnw

2VE: H - grammaire et écrire