Woordsoorten aanw. vrag. vnw

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom
Pak je laptop vast en je leesboek. We beginnen met lezen.

Slide 2 - Slide

Woordsoorten
Je kunt herkennen:
- aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
- vragend voornaamwoord (vr.vnw)

Slide 3 - Slide

bespreken huiswerk

Slide 4 - Slide

Wat is een vragend voornaamwoord?

Slide 5 - Open question

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

Slide 6 - Open question

Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst iets aan. Voorbeeld:
Die rode mountainbike zou ik eerder kopen dan zo’n groene.

Aanwijzende voornaamwoorden: 
deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, dezelfde, hetzelfde

Slide 7 - Slide

Vragend voornaamwoord
Een vragend voornaamwoord (vr.vnw) stelt een vraag. Het staat meestal aan het begin van een vraag of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag:
– Naar welke film ben je gisteren geweest?
– Monica vroeg met wie ik gisteren naar de film ben geweest.

Vragende voornaamwoorden: 
wie, wat, welk(e), wat voor (een)

Slide 8 - Slide

Vragend voornaamwoord
Wie en wat zijn geen vr. vwn als ze terugverwijzen naar een eerder genoemd woord.
- Die leuke docent Frans van wie ik les kreeg, gaat naar een andere school.

Wanneer, hoe, waarom, waarheen zijn geen vr.vnw (het zijn vragende bijwoorden)

Slide 9 - Slide

WELKE opdracht moeten jullie doen?

A
aanw.vnw
B
bn
C
olw
D
vr. vnw

Slide 10 - Quiz

Hij bracht ons naar DAT feest


A
aanw. vnw
B
blw
C
vr. vnw
D
olw

Slide 11 - Quiz

Het is altijd HETZELFDE liedje met jou.
A
zn
B
blw
C
aanw. vnw
D
olw

Slide 12 - Quiz

Benoem de woordsoort
kies uit: blw, olw, zn, bn, hww, zww, aan.vnw, vr.vnw

(let op de spelling)

Slide 13 - Slide

De journalist weet al WELKE partij gaat winnen.

Slide 14 - Open question

Die MEISJES hebben een taakstraf gekregen.

Slide 15 - Open question

Die meisjes HEBBEN een taakstraf gekregen.

Slide 16 - Open question

Opdracht 


NN De brug (p. 248) opdr. 4

Slide 17 - Slide