SO H6 Pythagoras

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wiskunde OT Hoofdstuk 6

Pythagoras

2C

26-04-24

Deel 1

Bij de volgende sommen heb je geen rekenmachine nodig. 

Let op: 

bij sommige opdrachten moet je meerdere antwoorden geven. 

Welke driehoek is
gelijkbenig?

1. Driehoek A
2. Driehoek B
3. Driehoek A en B
4. Geen van beide

Welke driehoek is
rechthoekig?

1. Driehoek A
2. Driehoek B
3. Driehoek A en B
4. Geen van beide

Welke driehoek is
gelijkzijdig?

1. driehoek C
2. driehoek D
3. driehoek E
4. geen enkele

De stelling van Pythagoras kan je alleen gebruiken bij:

1. gelijkbenige driehoeken
2. rechthoekige driehoeken
3. gelijkzijdige driehoeken
4. alle driehoeken

Welke hoek is de
rechte hoek?

1. hoek D
2. hoek E
3. hoek F
4. geen enkele

Welke zijden zijn
de rechthoekszijden?

1. zijde DE
2. zijde EF
3. zijde DF
4. geen enkele

Welke zijde is de
schuine zijde?

1. zijde DE
2. zijde EF
3. zijde DF
4. geen enkele

Deel 2

Bij de volgende sommen heb je je rekenmachine nodig. 

Je kan plaatjes inzoomen door erop te klikken. 

Bereken zijde AB.
Leg uit hoe je aan je antwoord
bent gekomen. Rond af op 2 decimalen.

Is dit een rechthoekige driehoek?
Ja/nee en leg uit!

Bereken zijde KM.
Het antwoord opschrijven is
voldoende. Rond af op helen.

Bereken zijde US.
Het antwoord opschrijven is voldoende.
Rond af op 1 decimaal.

Bereken de lengte van de diagonaal.
Het antwoord opschrijven is voldoende.
Rond af op helen.

Bereken de hoogte van het huis
leg uit hoe je aan je antwoord komt.
Rond af op 1 decimaal.

Einde van de OT