330 les 12: 6.4 / Wortelverbanden - 3M

Start geen nieuwe vergadering

Telefoon in de telefoontas en
Laptop dicht.

Welkom wiskunde!

Leerdoelenformulier voor je pakken

Wat gaan we doen?
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: vk t/m 6.3
● Nieuwe theorie: 6.4
● Huiswerk en aan de slag

bij

We gaan zo starten.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel

1 / 44

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering

Telefoon in de telefoontas en
Laptop dicht.

Welkom wiskunde!

Leerdoelenformulier voor je pakken

Wat gaan we doen?
● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: vk t/m 6.3
● Nieuwe theorie: 6.4
● Huiswerk en aan de slag

bij

We gaan zo starten.

Leg je
wiskunde-
spullen op tafel

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Je kunt een wortelformule en

een wortelverband herkennen.

Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule en

met gebruik van (onder andere) deze grafiek

de wortelformule interpreteren.

Eerder deze periode
H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote
getallen

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Nu mee bezig

H6: Verschillende verbanden

VK Machten en wortels

1. Periodieke verbanden

2. Kwadratische verbanden

3. De top van een parabool

4. Wortelverbanden

5. Machtsverbanden

Slide 2 - Slide

Kwadratisch verband

Slide 3 - Slide

Hoort bij deze formule een berg- of dalparabool?

m = 0, 3 t^{​ 2 ​ ​} - 6 t + 4

Bergparabool

Dalparabool

Slide 4 - Quiz

Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?

n = - 5 t + 3 t^{​ 2 ​ ​}

n = - 5 t - 3 t^{​ 2 ​ ​}

w = 3, 4 t^{​ 2 ​ ​} - 250

w = - 3, 4 t^{​ 2 ​ ​} + 250

Slide 5 - Quiz

Kwadratisch verband

De standaardformule voor een kwadratisch verband is:

Schrijf op in je schrift!

y = ax2 + bx + c

Slide 6 - Slide

Wat is in de volgende formule
de a, b en c?

y = 10 x^{​ 2 ​ ​} + 5 x + 9

Slide 7 - Open question

Wat is in de volgende formule
de a, b en c?

y = - x^{​ 2 ​ ​} + 2 x - 1

Slide 8 - Open question

Met welke formule kun je de x-coördinaat van de top van een parabool uitrekenen?

X t o p = \frac{​ - 2 a ​ ​}{​ b ​}

X t o p = \frac{​ - b ​ ​}{​ a ​}

X t o p = - 2 \cdot \frac{​ b ​ ​}{​ a ​}

X t o p = \frac{​ - b ​ ​}{​ 2 a ​}

Slide 9 - Quiz

6.3: Top van een parabool

Notatie coördinaten top: (x ; y ), dus (2 ; 4)

Als je alleen de formule krijgt:

x = ofwel x =
y-coördinaat berekenen , dus y

vul x in de formule in.

top

- \frac{​ b ​ ​}{​ 2 a ​}

\frac{​ - b ​ ​}{​ 2 a ​}

top

Slide 10 - Slide

Wat is de x-coördinaat van de top van de grafiek bij

y = 10 x^{​ 2 ​ ​} + 5 x + 9

Slide 11 - Open question

Wat is de x-coördinaat van de top van de grafiek bij

y = 2 x^{​ 2 ​ ​} + 4 x + 9

Slide 12 - Open question

Wat is de top van de grafiek bij

y = 2 x^{​ 2 ​ ​} + 4 x + 9

X t o p = - 1

Slide 13 - Open question

Stappenplan Parabool tekenen

Maak een tabel met 7 punten,
de top als middelste punt

Teken een geschikt assenstelsel

Teken de punten in het assenstelsel

Teken een vloeiende lijn door de punten

Bereken de coordinaten van de top

Slide 14 - Slide

6.4: Wortelverbanden

Wortelformule =

Slide 15 - Slide

6.4: Wortelverbanden

Wortelformule = formule waarbij de variabele onder het wortelteken staat.

Slide 16 - Slide

6.4: Wortelverbanden

Wortelformule = formule waarbij de variabele onder het wortelteken staat.

Staat er een berekening onder het wortelteken, dan reken je die eerst uit.

Slide 17 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ =

Slide 18 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​

Slide 19 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

Slide 20 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ =

Slide 21 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5

Slide 22 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

Slide 23 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ =

Slide 24 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​

Slide 25 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6

Slide 26 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

Slide 27 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ =

Slide 28 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​

Slide 29 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 30 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ =

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 31 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 4 ​ ​ ​

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 32 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 33 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2

\sqrt ​ \frac{​ ( 6 \cdot 3 ) ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 34 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2

\sqrt ​ \frac{​ ( 6 \cdot 3 ) ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 35 - Slide

\sqrt ​ 40 + 24 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

\sqrt ​ 49 ​ ​ ​ + \sqrt ​ 25 ​ ​ ​ = 7 + 5 = 12

3 \sqrt ​ 20 + 16 ​ ​ ​ = 3 \sqrt ​ 36 ​ ​ ​ = 3 \cdot 6 = 18

\sqrt ​ \frac{​ 1 0 0 ​ ​}{​ 2 5 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 4 ​ ​ ​ = 2

\sqrt ​ \frac{​ ( 6 \cdot 3 ) ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ \frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 2 ​} ​ ​ ​ = \sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

\sqrt ​ 45 \cdot 5 ​ ​ ​ = \sqrt ​ 225 ​ ​ ​ = 15

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

1. vul de tabel in.

2. Teken een passend assenstelsel
Denk aan: titel en namen bij de assen.

3. teken de punten uit de tabel in het
assenstelsel.
4. teken een vloeiende kromme door de punten.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

b. De ooghoogte is ongeveer 3,6 m.

Slide 40 - Slide

Huiswerk

Maken van H6:

Paragraaf 6.4 volgens jouw leerroutes

Nakijken:

Huiswerk van H1 en H6 tot nu toe.

Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes

timer

4:00

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

Testopgave
I -> blz. 36

Slide 41 - Slide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

330 les 12: 6.4 / Wortelverbanden - 3M

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

More lessons like this

6.4 wortelverbanden

H6: 6.3 en 6.4/ Top van een Parabool en Wortelverbanden

6.4 wortelverbanden

Wiskunde week 1 - 6.2 t/m 6.5

combi 6.4 & 6.5

H6 Verschillende verbanden par 6.4 en 6.5 3GL

3T hoofdstuk 6

Verschillende verbanden