5.4 criminaliteit

Je komt de klas binnen 
  • Jas uit.
  • Tas op de grond.
  • Boek op tafel.
  •  pen of potlood op tafel. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Je komt de klas binnen 
  • Jas uit.
  • Tas op de grond.
  • Boek op tafel.
  •  pen of potlood op tafel. 

Slide 1 - Slide

Quote of the day
"Bij het bestuderen van de maatschappij leren we niet alleen over de wereld, maar ook hoe we deze kunnen verbeteren.

Slide 2 - Slide

Wat deden wij hiervoor?

Slide 3 - Slide

 Criminaliteit

Slide 4 - Slide

Planning 
  1. Theorie paragraaf 5.4 
  2. Kort film opdracht 
  3. In werkboeken aan de slag
  4. Samen lesafsluiten  

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij uitleggen wat criminaliteit is en het verschil beschrijven tussen asociaal gedrag, overtredingen en misdrijven.

Aan het einde van de les weet jij wat tijdsgebonden en plaatsgebonden criminaliteit is en kun je voorbeelden benoemen.

Slide 6 - Slide

Voorkennis activeren 

Slide 7 - Slide

Wat is criminaliteit?

Criminaliteit zijn dingen die je niet mag doen volgens de wet. Als je iets doet dat strafbaar is, kun je daarvoor gestraft worden. Dit kan variëren van kleine dingen tot grote misdaden

Slide 8 - Slide

Voorbeelden criminaliteit 
Voorbeelden:
Strafbaar: stelen, vechten, vernielen
Niet strafbaar maar wel vervelend: voordringen, schelden

Slide 9 - Slide

Strafrecht
Strafrecht is de verzameling van regels die zegt wat je wel en niet mag doen. Het vertelt ook welke straffen er zijn voor strafbare feiten.
De politie en rechter gebruiken het Wetboek van Strafrecht.

Slide 10 - Slide

Twee Soorten Strafbare Feiten
Overtredingen (kleine dingen):
  • Te hard rijden
  • Zonder licht fietsen
  • Rommel op straat gooien
Misdrijven (grote dingen):
  • Diefstal
  • Inbraak
  • Mishandeling

Slide 11 - Slide

Waarom Wordt Iemand Crimineel?
Thuis:
  • Slechte opvoeding
  • Weinig aandacht
Vrienden:
  • Verkeerde vrienden
Gevaarlijke dingen:
  • Alcohol drinken
  • Drugs gebruiken
Spijbelen van school

Slide 12 - Slide

Tijdgebonden Criminaliteit
Criminaliteit kan ook tijdgebonden zijn, wat betekent dat de opvattingen over wat strafbaar is door de jaren heen kunnen veranderen. Wat vroeger als normaal werd gezien, kan nu als crimineel worden beschouwd

Slide 13 - Slide

Voorbeelden tijdsgebonden
Vroeger: Tot ongeveer 2004 was het normaal om overal te roken, zoals in restaurants, cafés, en zelfs op scholen en in ziekenhuizen. Mensen konden vrij hun sigaret opsteken zonder dat daar regels voor waren.

Nu: Tegenwoordig is roken in de meeste openbare ruimtes verboden. Dit is gedaan om de gezondheid van niet-rokers te beschermen en om een rookvrije omgeving te creëren. Roken is nu alleen toegestaan in speciaal aangewezen gebieden.

Slide 14 - Slide

Plaatsgebonden criminaliteit
Plaatsgebonden criminaliteit verwijst naar het feit dat de opvattingen over wat als criminaliteit wordt beschouwd, kunnen verschillen afhankelijk van de locatie. Wat in het ene land legaal is, kan in een ander land strafbaar zijn. Dit  dat culturele en juridische normen per plek kunnen variëren

Slide 15 - Slide

Voorbeelden plaatsgebonden 
Softdrugsbeleid in Nederland: In Nederland is het gebruik van kleine hoeveelheden softdrugs zoals cannabis gedoogd, terwijl dit in veel andere landen als een misdaad wordt gezien.Wettelijke Verschillen: Zaken zoals abortus en euthanasie zijn in sommige landen legaal, terwijl ze in andere landen streng verboden zijn.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Asociaal gedrag of strafbaar gedrag?
Asociaal gedrag: Dit betekent dat iemand zich niet netjes gedraagt tegenover anderen, zoals schreeuwen of rommel achterlaten. Dit is niet altijd strafbaar.

Strafbaar gedrag: Dit zijn dingen die echt verboden zijn, zoals stelen of vechten. Hier krijg je een straf voor als je dit doet.

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen?
Theorieboek ( kleine boek) blz. 80-81
Werkboek ( grotere boek) blz. 124, opdracht 1- 7.

Slide 19 - Slide

Wat is criminaliteit?
alle asociale en overtredingen.
Alle misdrijven zoals die in de wet staan.
alle asociale gedragingen.
alle overtredingen.

Slide 20 - Poll

Benoem een paar risicofactoren.

Slide 21 - Poll

Geef een voorbeeld van tijdsgebonden criminaliteit.

Slide 22 - Poll

Wat gaan we volgende week doen?

Slide 23 - Slide